Problemen Met De Ontplooiing Van De Suprarenale Stent Oplossen; Plaatsing Proximale Body Met Distale Hechting; Plaatsing Proximale Body Zonder Distale Hechting - COOK Medical Zenith Fenestrated AAA Instructions For Use Manual

Endovascular graft with the h&l-b one-shot introduction system
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 26
5. Sluit de Captor hemostaseklep op de Flexor introducersheath door
hem rechtsom te draaien totdat hij niet verder kan.
6. Ga terug naar paragraaf 10.1.7, 'Plaatsing en ontplooiing van de
fenestratiestent'.
13 PROBLEMEN MET DE ONTPLOOIING VAN DE SUPRARENALE STENT
OPLOSSEN
LET OP: De volgende stappen mogen uitsluitend worden uitgevoerd
als het niet mogelijk is om de suprarenale stent te ontplooien door
de topkap op te voeren volgens de aanwijzingen in paragraaf 10.1.5,
'Plaatsing van de proximale body' (15).
NB: U kunt een beroep doen op technische assistentie van een Cook
productspecialist door contact op te nemen met uw plaatselijke Cook
vertegenwoordiger.

13.1 Plaatsing proximale body met distale hechting

Als de suprarenale stent niet volledig kan worden ontplooid door de
binnencanule van de topkap op te voeren, voert u de volgende stappen uit
onder uoroscopie.
1. Draai de borgschroef aan. Als er meerdere vensters zijn, trekt u alle
venstergeleidekatheters op één na terug. Het is aan de arts welke
geleidekatheter wordt teruggetrokken. Het wordt aanbevolen om de
beslissing te nemen op basis van het gemak waarmee de vensters en de
bijbehorende vaten gecanuleerd kunnen worden. (Afbeelding 57)
(a) Als er slechts één venster is, moet de proximale body met een
geschikte voerdraad vanaf dezelfde kant gecanuleerd worden
als de geleidekatheter in situ. Dit maakt de plaatsing van een
modelleerballon in de proximale body mogelijk.
NB: Laat de voerdraden op hun plaats zitten wanneer u de
geleidekatheter(s) verwijdert.
2. Voer over de nu beschikbare voerdraad een modelleerballon op in de
proximale body en plaats de ballon net superieur ten opzichte van het
meest distale uiteinde van de prothese.
NB: Zorg dat u bij het gebruik van de modelleerballon de juiste sheath
gebruikt: de contralaterale sheath van 20 French in situ of, als directe
puncties zijn gebruikt, een introducersheath van 14 French. Zo is een
veilige verwijdering van de modelleerballon verzekerd.
3. Vul de ballon tot de volledige diameter van de prothese om de
binnencanule beter te ondersteunen. (Afbeelding 58)
4. Draai de borgschroef los. (Afbeelding 59)
5. Houd de prothese in positie door de grijze pusher en de ballonkatheter
te stabiliseren.
LET OP: Controleer vóór het ontplooien van de suprarenale stent of
de introductievoerdraad uitsteekt tot net distaal van de aortaboog.
Zorg dat de dilatatortip tijdens het opvoeren niet gaat uitsteken
voorbij het uiteinde van de introductievoerdraad en herpositioneer de
introductievoerdraad zo nodig in de aortaboog om hiervoor te zorgen.
6. Ontplooi de suprarenale stent door de binnencanule van de topkap
met 1 tot 2 mm tegelijk op te schuiven en tegelijkertijd de proximale
body in positie te houden tot de bovenste stent geheel ontplooid is.
(Afbeelding 60 en 61) Voer de canule van de topkap nog 1 tot 2 cm
op en draai dan de borgschroef weer vast (Afbeelding 62) om contact
met de ontplooide suprarenale stent te voorkomen.
NB: Bij het verwijderen moet zorg worden gedragen om de geleidesheath
en de voerdra(a)d(en), die in het (de) doelvat(en) achterblijven, niet te
verstoren.
Ga als volgt te werk als de suprarenale stent volledig is ontplooid:
7. a) Als er meerdere vensters zijn (paragraaf 13.1, 1), leegt u de ballon
en trekt u deze vervolgens terug, waarbij u de voerdraad op zijn
plaats laat zitten. Voer de toegangssheath en de uitlijnende stent, die
werd verwijderd om plaats te maken voor de modelleerballon, weer
op over de voerdraad, door het venster en het betreffende vat in.
(Afbeelding 63)
b) Als er slechts één venster is (paragraaf 13.1, 1a), kunnen de
modelleerballon en de voerdraad veilig worden verwijderd.
NB: Bij het verwijderen moet zorg worden gedragen om de geleidesheath
en de voerdra(a)d(en), die in het (de) doelvat(en) achterblijven, niet te
verstoren.
WAARSCHUWING: De Zenith Fenestrated AAA endovasculaire
prothese heeft een suprarenale stent met weerhaakjes voor fixatie. Ga
uitermate voorzichtig te werk wanneer in de buurt van de suprarenale
stent met interventionele instrumenten wordt gemanoeuvreerd.
8. Ga terug naar paragraaf 10.1.6, 'Koppelen van de topkap'.

13.2 Plaatsing proximale body zonder distale hechting

Als de suprarenale stent nog steeds niet volledig ontplooid kan worden, voert
u de volgende stappen uit:
1. Draai de borgschroef aan en leeg de ballon, terwijl u de ballon op zijn
plaats houdt.
2. Verwijder de veiligheidsvergrendeling van het witte
ontkoppelmechanisme met trigger wire. Trek de trigger wire terug
en verwijder deze om het distale uiteinde van de endovasculaire
prothese van het plaatsingssysteem los te koppelen door het
ontkoppelmechanisme voor de trigger wire van de handgreep af
te schuiven en deze via de gleuf over de binnencanule van het
hulpmiddel te verwijderen. (Afbeelding 64)
3. Draai de borgschroef los (Afbeelding 65) en voer terwijl u de
binnencanule op zijn plaats houdt de grijze pusher en de sheath op in
de prothese totdat de tip van de grijze pusher zich op ongeveer 2 cm
afstand van de gouden markeringen op de proximale rand van de
proximale body bevindt. (Afbeelding 66) De opgevoerde grijze pusher
geeft extra steun aan de binnencanule.
NB: Wees voorzichtig bij het opvoeren van de grijze pusher, want in de
doelvaten zijn sheaths en voerdraden aanwezig. Zorg dat de tip van de
grijze pusher niet in de topkap wordt opgevoerd.
4. Vergrendel de borgschroef.
5. Controleer de positie van de gouden markeringen en ga na of de
vensters zich op de juiste plaats bevinden.
6. Vul de ballon tot de volledige diameter van de prothese om de
binnencanule beter te ondersteunen. (Afbeelding 67)
7. Draai de borgschroef los. (Afbeelding 68) Houd de prothese in positie
door de grijze pusher en de ballonkatheter te stabiliseren.
LET OP: Controleer vóór het ontplooien van de suprarenale stent of
de introductievoerdraad uitsteekt tot net distaal van de aortaboog.
Zorg dat de dilatatortip tijdens het opvoeren niet gaat uitsteken
voorbij het uiteinde van de introductievoerdraad en herpositioneer de
introductievoerdraad zo nodig in de aortaboog om hiervoor te zorgen.
8. Ontplooi de suprarenale stent door de binnencanule van de topkap
in stappen van 1 tot 2 mm op te voeren en tegelijkertijd de proximale
body in positie te houden tot de bovenste stent geheel ontplooid is.
(Afbeelding 69 en 70) Voer de canule van de topkap nog 1 tot 2 cm
op en draai dan de borgschroef weer vast (Afbeelding 71) om contact
met de ontplooide suprarenale stent te voorkomen.
NB: Bij het verwijderen moet zorg worden gedragen om de geleidesheath
en de voerdra(a)d(en), die in het (de) doelvat(en) achterblijven, niet te
verstoren.
9. a) Als er meerdere vensters zijn (paragraaf 13.1, 1), leegt u de ballon
en trekt u deze vervolgens terug, waarbij u de voerdraad op zijn
plaats laat zitten. Voer de toegangssheath en de uitlijnende stent,
die werd verwijderd om plaats te maken voor de modelleerballon,
weer op over de voerdraad, door het venster en het betreffende vat
in. (Afbeelding 72)
b) Als er slechts één venster is (paragraaf 13.1, 1a), kunnen de
modelleerballon en de voerdraad veilig worden verwijderd.
NB: Bij het verwijderen moet zorg worden gedragen om de geleidesheath
en de voerdra(a)d(en), die in het (de) doelvat(en) achterblijven, niet te
verstoren.
WAARSCHUWING: De Zenith Fenestrated AAA endovasculaire
prothese heeft een suprarenale stent met weerhaakjes voor fixatie. Ga
uitermate voorzichtig te werk wanneer in de buurt van de suprarenale
stent met interventionele instrumenten wordt gemanoeuvreerd.
10. Ga terug naar paragraaf 10.1.6, 'Koppelen van de topkap'.
NB: Controleer of alle trigger wires verwijderd zijn voordat het
plaatsingssysteem wordt teruggetrokken.Nust, quatem eaquost, cor
remquiatat.
135

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents