EBARA GSD Series Translation Of The Original Instructions page 63

Standardised centrifugal electric pumps
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 4
9. INSTALLATIE
9.1 PLAATS VAN INSTALLATIE
1. Monteer de apparatuur op een plaats die gemakkelijk toegankelijk
is voor het uitvoeren van revisies en onderhoud.
2. Zorg ervoor dat toegang voor onbevoegde personen wordt voor-
komen door af de betreffende sloten.
3. Plaats de apparatuur zo dicht mogelijk bij het punt van aanslui-
ting op het waternet en zorg ervoor dat het hoogteverschil tussen
het oppervlak van het water en de as van de pomp zo klein mo-
gelijk is en dat de lengte van de zuigleiding zo kort mogelijk is.
4. De som van de zuighoogtge en de opvoerhoogte van de pomp
moet altijd kleiner zijn dan de maximaal toelaatbare druk (zie ho-
ofdstuk 7. TECHNISCHE GEGEVENS).
5. Controleer dat de waarde van de beschikbare NPSH hoger is dan
de minimaal door de pomp vereiste waarde.
9.2 PLAATSING EN BEVESTIGING
Denk eraan dat de groepen van elektrische pompen stabiel en duur-
zaam bevestigd moeten worden op een stevig betonnen oppervlak.
Het betonnen oppervlak moet voldoende stevig, permanent en uitge-
lijnd zijn en moet geplaatst worden op een ondergrond die in staat
is om aan de toelaatbare belasting een goede ondersteuning te ver-
lenen.
Wanneer het noodzakelijk is om de trillingen van de apparatuur zo
veel mogelijk te beperken door middel van elastische dempers, mo-
eten deze niet direct onder de metalen profielen geplaatst worden,
maar moet gezorgd worden voor een stevige plaat met het gewicht
van anderhalf of twee keer het totaalgewicht van de groep en moeten
de dempers onder het geheel, gevormd door de bovenzijde van de
apparatuur en de plaat, geplaatst worden.
OPGELET!
NORMAAL GESPROKEN IS EEN ONJUIST
BETONNEN OPPERVLAK DE OORZAAK VAN
VROEGTIJDIGE DEFECTEN. BESCHADIGIN-
GEN OF BREUK DOOR EEN ONJUISTE PLAAT-
SING OF BEVESTIGING DOEN DE GARANTIE
VERVALLEN.
Zoals aangegeven op de afbeelding kan er sprake zijn van sterke
krachten na de bevestiging van de pomp op het oppervlak. Controleer
altijd, door de pomp handmatig te laten draaien, dat er geen sprake is
van bijzondere krachten.
Als er punten van blokkering worden waargenomen die de rotatie
verhinderen, dan moet de uitlijning van het bevestigingsoppervlak ver-
beterd worden. Er kunnen keggen worden gebruikt, zoals op de afbe-
elding.
Voorzien rond de machine vrije ruimte voor de manoeuvres, zodat
het gewone onderhoud en eventuele reparaties kunnen worden ui-
tgevoerd.
Voorzie een vrije ruimte van ongeveer 0.25*d (waarbij d=diameter
ventilatordeksel motor is) aan de achterkant van de machine, om de
recirculatie van de lucht en de koeling van de motor mogelijk te maken.
OPGELET!
VERMIJD OM DOOR DE FABRIKANT OP DE
MACHINE AANGEBRACHTE PLAATJES, WAAR-
SCHUWINGSBORDJES OF AFSCHERMINGEN
TE VERWIJDEREN OF TE WIJZIGEN. GA NIET
VERDER MET DE INSTALLATIE IN GEVAL VAN
DEFECTEN OF ONTBREKENDE EN/OF BE-
SCHADIGDE ONDERDELEN.
9.3 HANDMATIGE ROTATIE
Zoals aangegeven op de afbeelding: om de as van de pomp te kun-
nen draaien, moet een van de zijdelingse afschermingen verwijderd
worden. Vervolgens kan de starre koppeling bereikt worden.
Gebruik de voorziene groeven om de as van de pomp te laten draaien.
9.4 LEIDINGEN
Voor de montage moeten de aanwijzingen van de afbeelding in acht
worden genomen:
1. Pomp
2. Steun leiding
3. Elastische mof
4. Terugslagklep
5. Afsluitklep
6. Voetklep
7. Excentrische reductie
1. Voorkom dat de inlaat- en uitlaatleidingen krachten aan de pomp
overdragen door voldoende sterke steunen en beugels te monte-
ren. Anders kan dit leiden tot een onjuiste uitlijning en waarschi-
jnlijke breuk. Zorg voor een correcte montage van de compensa-
tiekoppelingen om uitzettingen of trillingen te absorberen.
NL
63

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents