Prothese-Instellingen Wijzigen Met De Cockpit App; Overzicht Van De Instelparameters In De Basismodus; Overzicht Van De Instelparameters In De Mymodes - Otto Bock Meridium 1B1-2 Series Instructions For Use Manual

Hide thumbs Also See for Meridium 1B1-2 Series:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 43
Gebruik

9.4.1 Prothese-instellingen wijzigen met de Cockpit App

5
Product
MyModes
Functies
Hakhoogte
Opties
Status
Algemeen
Componenten beheren
Colofon/info

9.4.2 Overzicht van de instelparameters in de basismodus

De parameters in de basismodus beschrijven het dynamische gedrag van de prothese tijdens de normale gangcy­
clus. Deze parameters dienen als basisinstelling voor de automatische aanpassing van het dempingsgedrag aan
de actuele bewegingssituatie (bijv. op hellingbanen, bij een lage loopsnelheid, ...).
De volgende parameters kunnen worden gewijzigd:
Parameter
Toonhoogte
Volume
Hielweerst.
Afrolweerst.
Trapfunctie

9.4.3 Overzicht van de instelparameters in de MyModes

De parameters in de MyModes beschrijven het statische gedrag van de prothese bij een bepaald bewegingspa­
troon, bijv. golf. In de MyModes wordt het dempingsgedrag niet automatisch aangepast.
272
1) Raak terwijl er verbinding is met de prothesecomponent en de gewens­
te modus is ingesteld, in het hoofdmenu het symbool aan.
→ Het navigatiemenu wordt geopend.
2) Raak de menu-optie "Opties" aan.
Wisselen
→ Er verschijnt een lijst met de parameters van de modus die op het
moment is ingesteld.
2. Golf
3) Wijzig de instelling van de gewenste parameter door bij deze parameter
de symbolen "<", ">" aan te raken.
INFORMATIE: De instelling van de orthopedisch instrumentmaker
is gemarkeerd en kan na wijziging door het aanraken van de knop
"Standaard" weer worden geactiveerd.
Bereik instel­
software
1000 Hz
4000 Hz
0 — 4
10 — 60
110 — 170
AAN — UIT
Instelgebied app Betekenis
1000 Hz
Toonhoogte (frequentie) van het piepsignaal
4000 Hz
bij bevestigingstonen
0 — 4
Volume van het piepsignaal bij bevestigings­
tonen (bijv. bij het opvragen van de laadtoe­
stand, MyMode omschakeling).
Bij de instelling "0" worden de akoestische
terugmeldsignalen gedeactiveerd. Waarschu­
wingssignalen bij fouten worden echter afge­
geven (zie pagina 279).
± 20
Demping van de plantaire flexie.
Snelheid waarmee de voorvoet bij hielbelas­
ting omlaag beweegt.
± 10
Deze parameter bepaalt hoe gemakkelijk de
voet kan worden afgerold.
AAN — UIT
Door inschakeling van deze functie wordt de
afrolhoek bij het trap af lopen vergroot. Hier­
voor moet deze functie in de instelsoftware
geactiveerd zijn.
1B1-2=* Meridium

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents