Statussignalen - Otto Bock Meridium 1B1-2 Series Instructions For Use Manual

Storingsmelding
apparaat. Verbinding
maken?
Wisselen van modus mis­
lukt

15.2.4 Statussignalen

Acculader aangesloten
Led op de Led op de
netvoeding acculader
Acculader losgekoppeld
Piepsig­ Trilsignaal Gebeurtenis
naal
1 x kort 1 x kort
3 x kort –
– –
Laadtoestand van de accu
Acculader
Accu wordt geladen, de laadtoestand is minder dan 50%
Accu wordt geladen, de laadtoestand is meer dan 50%
Accu is volledig geladen (of de verbinding met het product is verbroken).
Let ter onderscheiding op het bevestigingssignaal.
Bij het aansluiten en loskoppelen van de acculader wordt er een zelftest uitgevoerd, die wordt
bevestigd met een piep-/trilsignaal.
Als dit piepsignaal klinkt, is de accu volledig opgeladen.
Als er geen piepsignaal klinkt, is de verbinding met het product verbroken.
1B1-2=* Meridium
Oorzaak
Er is geprobeerd om te scha­
kelen naar een andere MyMo­
de, terwijl de prothesecompo­
nent in beweging was (bijv.
tijdens het lopen)
Een actieve verbinding met
de prothese is verbroken
Gebeurtenis
Netvoeding en acculader gereed voor gebruik
Zelftest met succes voltooid. Product is gereed voor gebruik.
Onderhoudsmelding
Voer opnieuw een zelftest uit door de acculader aan te sluiten/los te koppelen. Als het
piepsignaal weer te horen is, moet het product voor onderhoud naar een geautori­
seerde Ottobock servicewerkplaats worden gestuurd.
Het kan zonder beperkingen worden gebruikt. Wel is het mogelijk dat er geen trilsig­
nalen worden gegeven.
Voer opnieuw een zelftest uit door de acculader aan te sluiten/los te koppelen. Wan­
neer het piepsignaal na het opnieuw aansluiten/loskoppelen van de acculader weer te
horen is of het trilsignaal weer wordt gegeven, moet het product bij een geautoriseer­
de Ottobock servicewerkplaats worden gecontroleerd.
Oplossing
Als u de oorspronkelijke verbinding niet wilt verbre­
ken, tik dan op de knop 'Annuleren'.
Met het oog op de veiligheid is omschakeling naar
een andere MyMode alleen toegestaan bij prothe­
secomponenten die niet in beweging zijn, bijv. tij­
dens het staan of zitten.
Controleer de volgende punten:
• afstand tussen de prothese en het mobiele
apparaat
• laadtoestand van de accu van de prothese
• Is de Bluetooth-functie van de prothese inge­
schakeld? (zie pagina 273)
• Houd de prothesecomponent met de voetzool
naar boven om hem voor 2 minuten "zichtbaar"
te schakelen.
• Is de prothese ingeschakeld? (zie pagina 273)
• Is de juiste prothese geselecteerd (wanneer er
verschillende prothesen opgeslagen zijn)?
Bijlagen
281