•
Tijdens het opladen van de accu van de prothese kunnen de prothese-instellingen niet wor
den gewijzigd en kan er niet worden omgeschakeld naar een andere modus. Alleen de status
van de prothese kan worden opgevraagd. Op de onderste beeldschermregel van de Cockpit
App verschijnt in plaats van het symbool
•
De door de orthopedisch instrumentmaker ingestelde waarde bevindt zich in het midden van
de schaal. Wanneer u deze waarde hebt gewijzigd, kunt u de oorspronkelijke waarde weer
instellen door in de Cockpit App de knop "Standaard" aan te raken.
•
De prothese moet optimaal worden ingesteld met behulp van de instelsoftware. De Cockpit
App is niet bedoeld voor het instellen van de prothese door de orthopedisch instrumentmaker.
Met de app kunt u het gedrag van de prothese in het dagelijks gebruik tot op zekere hoogte
aanpassen (bijv. bij het wennen aan de prothese). De orthopedisch instrumentmaker kan bij
het volgende bezoek met de instelsoftware precies nagaan hoe de instellingen zijn aangepast.
•
Wanneer u de instellingen van een MyMode wilt aanpassen, moet u eerst omschakelen naar
deze MyMode.
8.2.1 Prothese-instellingen wijzigen met de Cockpit App
8.2.1.1 Overzicht van de instelparameters in de basismodus
INFORMATIE
Bij een geactiveerde Mute-modus (stille modus) klinken er geen piepsignalen en worden er
geen trilsignalen afgegeven.
De parameters in de basismodus beschrijven het dynamische gedrag van de prothese tijdens de
normale gangcyclus. Deze parameters dienen als basisinstelling voor de automatische aanpas
sing van het dempingsgedrag aan de actuele bewegingssituatie (bijv. op hellingbanen, bij een
lage loopsnelheid, ...).
In aanvulling hierop kan de stafunctie, de zitfunctie en/of de trap- en hindernisfunctie worden
geactiveerd/gedeactiveerd. Zie de genoemde pagina's voor nadere informatie over de stafunctie
(zie pagina 336), de zitfunctie (zie pagina 337) of de trap- en hindernisfunctie (zie pagina 338).
het symbool
1) Tik terwijl er verbinding is met de orthesecomponent en de
gewenste modus is ingesteld, in het hoofdmenu op het sym
bool .
→ Het navigatiemenu wordt geopend.
2) Tik op de menuoptie "Opties".
→ Er verschijnt een lijst met de parameters van de modus
die op het moment is ingesteld.
3) Wijzig de instelling van de gewenste parameter door bij
deze parameter op de symbolen "<", ">" te tikken.
INFORMATIE: De instelling van de orthopedisch instru
mentmaker is gemarkeerd en kan na wijziging door het
aanraken van de knop "Standaard" weer worden geac
tiveerd.
.
341