Otto Bock 8E38 8 Series Instructions For Use Manual page 128

Verschillende besturingsprogramma's maken een optimale aanpassing aan de individuele
behoeften en capaciteiten mogelijk.
SUVA-sensoren
De in de duim geïntegreerde SUVA-sensoren (zie afb. 1) herkennen wanneer een vastgepakt
object van positie verandert en dus dreigt weg te glijden. Vanuit de oorspronkelijk gebruikte grijp­
kracht verhoogt het systeem de grijpkracht automatisch en traploos tot het voorwerp weer stabiel
wordt vastgehouden.
FlexiGrip-functie
Met de FlexiGrip-functie kan een vastgepakt object in de hand worden gedraaid of verschoven
zonder de greep via een elektrodesignaal eerst losser te maken om dan weer vast te grijpen.
De SensorHand Speed volgt de veranderingen in de positie van het vastgehouden object, zoals
een natuurlijke hand dat zou doen. De greep is daardoor flexibel.
De FlexiGrip-functie kan op elk moment worden gestopt met een korte impuls OPENEN.
2.1.1 Varianten polsscharnier
De producten "8E38=*, 8E39=* en 8E43=*" hebben elk een andere variant van het polsscharnier:
128
8E38=* (polssluiting)
Om de grijpcomponent gemakkelijk los te kop­
pelen van de prothesekoker. De grijpcompo­
nent kan desgewenst met een 360°-draaibewe­
ging snel worden verwijderd en worden ver­
vangen door een andere grijpcomponent met
eenzelfde sluiting.
8E39=* (ingietring)
Laagprofielaansluiting voor gebruikers met een
lange onderarm- of transcarpaalamputatie. De
hand kan tegen een constante wrijvingsweer­
stand in worden gedraaid; deze wrijvingsweer­
stand kan bij het instellen worden aangepast.
Ingietring 9S110=* moet apart worden besteld.
Bij gebruik van deze grijpcomponenten is er
een verdeler 13E190 of 13E190=150 nodig.