Toyota 02-8FGF15 Operator's Manual page 335

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 3
05_A5028-0EA04_Nl.fm 22 ページ 2012年12月6日 木曜日 午後12時2分
(1)
(2)
(1) Vooruit
(2) Achteruit
nl-22
Richtingaanwijzerschakelaar
Zorgt ervoor dat de richtingaanwijzer
gaat knipperen
Links afslaan ........ naar voren duwen
Rechts afslaan... naar achter trekken
De richtingaanwijzer kan alleen func-
tioneren als de contactsleutel op ON
staat.
De richtingaanwijzer keert automa-
tisch terug naar de originele positie als
u de bocht hebt gemaakt.
Bedieningshendel
Hendel om te schakelen tussen voor-
uit- en achteruitrijden.
Vooruit ................. naar voren duwen
Achteruit ........... naar achter trekken
De neutrale stand is in het midden
tussen de standen vooruit en achter-
uit.
Opmerking:
Laat het gaspedaal volledig los, zet de
bedieningshendel in de neutrale stand
en ga in de bestuurdersstoel zitten als
het OPS-systeem is geactiveerd. U
kunt nu opnieuw gaan rijden (ook al
zit de operator in de bestuurdersstoel
is rijden onmogelijk tenzij de bedie-
ningshendel in neutrale stand staat).
Waarschuwing
De motor kan niet worden gestart totdat
de bedieningshendel in de neutrale stand
staat.
Stop het voertuig voordat u wisselt tussen
vooruit- en achteruitrijden.
(1)
(1) Drukken
Blokkeerfunctie
koppelom-
vormer (optioneel)
Als u op hoge snelheid rijdt en de
bedieningshendel in een andere stand
zet dan de huidige rijrichting, zal deze
functie automatisch het rijden blokke-
ren en de koppelomvormer in neutrale
stand zetten. Zodra de snelheid onder
de ingestelde snelheid komt terwijl het
voertuig in neutrale stand staat, wordt
de rijrichting automatisch gewisseld.
Als u de rijrichting wilt wijzigen,
bedien dan de bedieningshendel als de
rijsnelheid voldoende is afgenomen.
Neem contact op met de Toyota dealer
als u de snelheidsinstelling wilt wijzigen.
Waarschuwing
• Als de blokkering is geactiveerd moet
u het gaspedaal loslaten en de rem
gebruiken om de snelheid te verlagen.
Nadat het voertuig stilstaat kunt u
langzaam het gaspedaal weer intrap-
pen om verder te rijden. Als u de blok-
kering opheft terwijl het gaspedaal
ingetrapt houdt, draaien de wielen
mogelijk te snel.
• Wissel niet tussen vooruit- en achter-
uitrijden op hellingen. Als de bedie-
ningshendel wordt gebruikt als u een
helling afrijdt, werkt de blokkerings-
functie van de koppelomvormer moge-
lijk niet goed.
Claxon
Druk op de knop in het midden van
het stuurwiel om de claxon te active-
ren.
De claxon wordt ook geactiveerd als de
contactsleutel op OFF staat.

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents