Toyota 02-8FGF15 Operator's Manual page 316

05_A5028-0EA04_Nl.fm 3 ページ ２０１２年１２月６日 木曜日 午後１２時２分
• In een aantal gevallen kunnen ontvlam-
bare en/of brandbare materialen be-
schadigd raken of vlam vatten door een
hete uitlaat of hete uitlaatgassen. Om
de kans op dergelijke schade of brand te
voorkomen dient de operator zich aan
de volgende aanbevelingen te houden:
• Gebruik de vorkheftruck niet boven of
nabij ontvlambare of brandbare materia-
len zoals hooi of papiersnippers.
• Parkeer de vorkheftruck zodanig dat de
achterzijde minimaal 30 cm afstand houdt
van zaagsel, fineerhout, papierproducten
en andere vergelijkbare materialen. Hier-
mee voorkomt u verkleuring, vervorming
of ontvlamming van deze materialen.
• In het geval de voertuigen zijn uitgerust
met gekleurde banden, moet een statische
beugel worden gebruikt.
Veiligheidsvereiste
• Trucks met een lastdragende klem
(bijvoorbeeld papierklem) moeten
beschikken over bediening(en) met
een secundaire werking om onbe-
doeld lossen van de lading te voorko-
men.
Als er een 'lastdragende klem' op een
heftruck wordt gebruikt, moet de
bediening (bijvoorbeeld hydraulische
handhendel) worden geconfigureerd
volgens ISO3691.
Voorzorgsmaatregelen voor het
gebruik van SAS-modellen
(SAS: Systeem van Actieve Stabiliteit)
Opmerking:
• Sommige modellen zijn niet uitgerust met
het SAS-systeem. Neem contact op met
een Toyota-dealer met betrekking tot SAS-
modellen.
Waarschuwing
• Zodra u met een SAS-model gaat wer-
ken dient u het waarschuwingsbord te
controleren. Hierop wordt vermeld over
welke functionele eigenschappen het
voertuig beschikt. Ga niet over tot de
bediening van het voertuig voordat u
zeker weet dat elke functie goed werkt.
• Bij modellen die zijn uitgerust met dub-
bele banden is geen vergrendeling op de
zwaairegeling/stabilisator aanwezig.
• Let tijdens het rijden met het voertuig
goed op de waarschuwingslampjes.
Parkeer het voertuig op een veilige plek
en vraag de Toyota dealer om een
inspectie uit te voeren indien een van
de waarschuwingslampjes of de urentel-
ler een storingscode weergeeft.
• Het SAS wordt elektronisch gecontro-
leerd en moet mogelijk worden geïnitia-
liseerd na onderhoudswerkzaamheden.
Verwijder of wijzig geen enkel SAS-
onderdeel.
Zodra inspectie nodig is kunt u contact
opnemen met een Toyota dealer.
• Vermijd tijdens het wassen van het
voertuig dat er water rechtstreeks op de
elektronica terechtkomt (regeling, sen-
sor en schakelaars) die voor het SAS
worden gebruikt.
Beschrijving van functies die
beschikbaar zijn op SAS-modellen
Actieve achterkantstabilisator:
Als het voertuig ter plaatse draait, wordt een
centrifugale kracht opgewekt in de zijdelingse
richting van het voertuig. In dergelijke gevallen
zal de stabilisator geactiveerd worden zodat de
achterwielen worden geblokkeerd en het voer-
tuig op vier wielen blijft staan. Daarmee wordt
de voertuigstabiliteit zowel naar links als naar
rechts verbeterd.
Waarschuwing
Als schommelen van het voertuig wordt
tegengegaan, wordt de stabiliteit hoger. Maar
dit hoeft niet te betekenen dat het voertuig
nooit zal kantelen. Bedien het voertuig
steeds zoals omschreven in deze handleiding.
Automatische vorknivelleringscontrole
• Bij het ongeladen voertuig kantelt u de
mast naar voren terwijl u de knopschake-
laar voor de kantelhefboom indrukt. Zo zal
de vork automatisch stoppen in de hori-
zontale positie (waarbij de mast in verticale
stand staat).
• Nadat u met het indrukken van de kantel-
hefboomschakelaar de vork in horizontale
positie hebt gestopt, wilt u de vork mis-
schien nog verder naar voren kantelen.
Hiertoe zet u de kantelhefboom een keer
terug in de neutrale stand. Nadat u de
kantelschakelaar hebt losgelaten, kunt u
de kantelhefboom gebruiken.
Als de kantelhefboom van achter naar voren
wordt geduwd terwijl de knopschakelaar is
ingedrukt, zal de mast het volgende doen:
Niet geladen Geladen
Hoge hef- Stopt met het richten van Kantelt niet
positie de vork (mast verticaal) voorwaarts
Lage hef- Stopt met het richten van de vork (mast
positie verticaal)
Waarschuwing
• Als u op de knopschakelaar van de kantel-
hefboom drukt terwijl de mast naar voren
is gekanteld en de vork geladen is, zal de
mast niet verder bewegen. Een dergelijke
situatie dient te allen tijde worden voorko-
men omdat deze automatische nivelle-
ringscontrole – indien gebruikt tijdens het
vervoeren van een lading - ervoor kan zor-
gen dat het voertuig kantelt.
• In het geval van een voertuig met een
hulpstuk moet u voorkomen dat de
vork automatisch horizontaal wordt
gezet met een geheven lading terwijl de
motor op hoge snelheid draait. Dit leidt
namelijk tot ongevallen.
• Een aantal speciale modellen waarop
een zwaar hulpstuk is gemonteerd, is
mogelijk niet uitgerust met de automa-
tische vorknivelleringscontrole. Vraag
dit vooraf na bij een Toyota dealer.
Opmerking:
• De mast beweegt niet indien deze naar
voren wordt gekanteld met behulp van de
knopschakelaar van de kantelhefboom en
er een lading wordt geheven (hoger dan 2
meter).
• Zelfs als de mast naar voren worden
gekanteld vanuit een verticale stand, is het
niet mogelijk deze verder naar voren te
kantelen ook al wordt de knopschakelaar
van de kantelhefboom ingedrukt.
• Terwijl de vork naar achteren wordt gekan-
teld zal deze niet stoppen op horizontale
positie (mast verticaal), ook al wordt de
knopschakelaar van de kantelhefboom
ingedrukt. (behalve bij voertuigen die zijn
uitgerust met een minihefboom of joystick)
Actieve controle voorste kan-
telhoek van de mast
Afhankelijk van de heflast en lading wordt de
hoek waarin de mast voorwaarts kan worden
gekanteld automatisch regelbaar binnen een
reeks hoeken zoals hieronder afgebeeld.
Lichte lad-
Middelmatige Zware lad-
ing (geen
lading ing
lading)
Hoge Geen beperk- Hoek beperkt bij Voorwaartse
hefposi- ing voor voor- een voorwaartse kantelhoek
tie waartse kantelhoek tus- beperkt tot 1°
kantelhoek sen 1° en 5°
Lage Geen beperking voor voorwaartse kantelhoek
hefposi-
tie
Waarschuwing
• Indien een lading naar voren wordt
gekanteld op een lage hefstand en de
lading wordt dan geheven, bestaat de
kans dat het voertuig voorwaarts kan-
telt als de lading op een hefhoogte stopt
en de kantelhoek boven het gespecifi-
ceerde hoekbereik ligt. Zorg er altijd
voor dat de mast verticaal is bij het hef-
fen van de lading of vork en kantel deze
alleen naar voren als de vereiste hoogte
is bereikt.
• Laat de mast nooit voorwaarts kantelen
terwijl er zich een lading op hoge hef-
hoogte bevindt omdat de kans bestaat
dat het voertuig naar voren kantelt.
nl-3
nl