Download Print this page

AMT MINI ONE BALLOON BUTTON Instructions For Use Manual page 55

Low profile gastrostomy feeding tube

Advertisement

WAARSCHUWING: EERSTE PLAATSING VAN DE MINIONE
UITGEVOERD VOOR HET VASTHECHTEN VAN DE MAAGWAND AAN DE VOORSTE BUIKWAND. GEBRUIK DE
RETENTIEBALLON VAN HET APPARAAT NIET ALS GASTROPEXIE-APPARAAT. EEN VROEGTIJDIGE BALLONFOUT KAN
VOORKOMEN DAT DE MAAGWAND WORDT BEVESTIGD AAN DE VOORSTE BUIKWAND.
LET OP: Het wordt aanbevolen een driepunts-gastrpexie in een driehoeksconfiguratie uit te voeren om de bevestiging van
de maagwand aan de voorste buikwand te garanderen.
1. Markeer de huid op de plaats van de insertielocatie van de slang. Definieer het gastropexiepatroon door op gelijke afstand van de
insertielocatie van de slang en in een driehoekige configuratie drie markeringen op de huid te maken.
WAARSCHUWING: ZORG VOOR VOLDOENDE AFSTAND TUSSEN DE INSERTIELOCATIE EN DE UITVOERING VAN DE
GASTROPEXIE, OM TE VOORKOMEN DAT DE T-SPANNER EN OPGEBLAZEN BALLON HINDEREN.
2. Lokaliseer de priklocaties met 1 % lidocaïne en dien lokale verdoving toe aan de huid en het peritoneum (buikvlies).
3. Plaats de eerste T-spanner en bevestig de intragastrische positie. Herhaal de procedure totdat alle drie de T-spanners op de
hoeken van de driehoek zijn ingevoerd.
4. Zetde maag vast aan de voorste buikwand en voltooi de procedure.
5. Volg de instructies in het hoofdstuk HET STOMAKANAAL AANMAKEN.
LET OP: Wanneer de MiniONE
van het stoma volledig is genezen en de maag volledig is bevestigd aan de voorste buikwand.
1. Maak het stomakanaal terwijl de maag nog steeds is geïnsuffleerd en aan de buikwand is gehecht. Identificeer de priklocatie i n
het midden van het gastropexiepatroon. Bevestig met de fluoroscopische geleiding dat de locatie over het distale lichaam van de
maag ligt, onder de costale rand en boven het colon transversum.
LET OP: Vermijd de epigastrische slagader die over de verbinding van het mediale tweederde aspect en het laterale
eenderde aspect van de buikspier loopt.
WAARSCHUWING: VOORKOM DAT DE PUNCTIENAALD TE DIEP WORDT INGEVOERD OM NIET IN DE POSTERIEURE
MAAGWAND, PANCREAS, LINKERNIER, AORTA OF MILT TE PRIKKEN.
2. Verdoof de priklocatie met een plaatselijke injectie van 1% lidocaïne, tot aan het peritoneale oppervlak.
3. Voer een compatibele introducernaald in van ,038", in het midden van het gastropexiepatroon, in de maaglumen, naar de pylorus
gericht.
OPMERKING: De beste invoeringshoek is 45 graden ten opzichte van het huidoppervlak.
OPTIE A. ALLEEN RADIOLOGISCHE PLAATSING (4A & 5A):
4A. Gebruik fluoroscopische visualisatie om de juiste plaatsing van de naald te verifiëren. Daarnaast kan, ter ondersteuning van de
verificatie, een met water gevulde spuit aan de naaldhub worden bevestigd en kan lucht van de maaglumen worden opgezogen.
OPMERKING: Bij retournering van de lucht kan contrastmiddel worden geïnjecteerd om de maagplooien te zien en de positie te
bevestigen.
5A. Voer een geleidedraad tot .038" door de naald en rol het op in de fundus van de maag. Bevestig de positie.
OPTIE B. ALLEEN ENDOSCOPISCHE PLAATSING (4B & 5B):
4B. Gebruik endoscopische visualisatie om de juiste plaatsing van de naald te verifiëren.
5B. Voer een geleidedraad tot .038" door de naald en in de maag door. Pak, met behulp van endoscopische visualisatie, de
geleidedraad vast met atraumatische klemmen.
6. Verwijder de introducernaald, laat de geleidedraad op zijn plaats en gooi deze volgens het protocol van de faciliteit weg.
7. Volg de instructies in het hoofdstuk DILATATIE.
1. Gebruik en #11 scalpelmesje om een kleine incisie te maken in de huid dat langs de geleidedraad loopt, neerwaarts door het
onderhuidse weefsel en de fascie van de buikspier. Gooi het weg volgens het protocol van de faciliteit na het maken van de incisie.
2. Voer over de geleidedraad een dilator en verwijd het stomakanaal tot de gewenste grootte.
3. Verwijder de dilator over de geleidedraad en laat de geleidedraad op zijn plaats.
4. Meet de stomalengte met het AMT-apparaat voor stomameting door het volgen van het hoofdstuk DE STOMALENGTE METEN.
LET OP: Vermijd overmatige dilatatie van het stomakanaal aangezien dit de kans kan verhogen dat de ballon door het
stoma wordt getrokken.
LET OP: Selectie van de juiste maat voedingsinstrument is essentieel voor veiligheid en comfort van de patiënt. Meet de
lengte van de stoma van de patiënt met het AMT-meetinstrument voor de ballonstoma (afb. 2). De schachtlengte van het
geselecteerde voedingsinstrument moet dezelfde zijn als de stomalengte. Een voedingsinstrument van onjuiste maat kan
necroese, buried bumper-syndroom en/of hypergranulatieweefsel veroorzaken.
1. Raadpleeg de gebruiksinstructies van de fabrikant voor het gebruikte stomameetinstrument. Het wordt aanbevolen dat het AMT-
meetinstrument voor de ballonstoma wordt gebruikt om de stoma te meten.
2. Zorg dat de juiste grootte MiniONE
twee maten valt, moet altijd de volgende grotere maat MiniONE
externe flens gemakkelijk kunnen ronddraaien.
WAARSCHUWING: EEN KLEINERE MAAT INSTRUMENT KAN INNESTELING MET EROSIE IN DE MAAGWAND,
WEEFSELNECROSE, INFECTIE, SEPSIS, VERWANTE COMPLICATIES EN/OF EEN SLECHT FUNCTIONEREND INSTRUMENT
VEROORZAKEN.
GASTROPEXIEPLAATSING
®
-ballonknop is geplaatst, moet u de gastropexiehechtingen niet verwijderen totdat de locatie
HET STOMAKANAAL AANMAKEN
DILATATIE
DE STOMALENGTE METEN
®
-ballonknop wordt gebruikt voor de gemeten dikte van de buikwand. Als de meting tussen
®
-BALLONKNOP VEREIST DAT EEN GASTROPEXIE WORDT
®
-ballonknop worden geselecteerd. Na de plaatsing moet de
55

Advertisement

loading
Need help?

Need help?

Do you have a question about the MINI ONE BALLOON BUTTON and is the answer not in the manual?