Technische gegevens
5
Technische gegevens
Toegestane omgevingstemperatuur
Beschermingsklasse
Geluidsniveau
Elektrisch vermogen
Elektrische aansluiting
Afzekering
Aantal interfaces RS-485
Gewicht
Hoogte
Breedte
Diepte
Aansluiting inlaat
Aansluiting uitlaat
Transportvermogen
Max. inlaatdruk
Max. werkdruk
Toegestane bedrijfsoverdruk
Toegestane bedrijfstemperatuur
Vermogensdiagram
6
Montage
GEVAAR
Levensbedreigend letsel door elektrische schokken.
Indien stroomvoerende delen worden aangeraakt, bestaat het gevaar van
levensbedreigend letsel.
•
Zorg dat de installatie, waarin het apparaat zal worden gemonteerd,
spanningsvrij is.
•
Zorg dat de installatie niet door andere personen weer kan worden
ingeschakeld.
•
Laat alle montagewerkzaamheden aan de elektrische aansluiting van het
apparaat alleen uitvoeren door een erkend elektromonteur en volgens de
elektrotechnische voorschriften.
VOORZICHTIG
Kans op letsel door uitstromende vloeistof die onder druk staat
Bij foutieve montage, demontage of ondeskundig onderhoud kunnen
brandwonden en andere verwondingen worden veroorzaakt aan de
aansluitingen, wanneer uit onder druk staande plotseling heet water of hete
stoom uitstroomt.
•
Zorg voor een veilige een deskundige montage, demontage en
onderhoud.
•
Zorg dat de installatie niet onder druk staat voordat u werkzaamheden
i.v.m. montage, demontage en onderhoud uitvoert aan de aansluitingen.
194 — Nederlands
0 – 35 °C
IP 54
55 dB
750 W
230 V / 50 Hz
4 A
2
25,5 kg
690 mm
470 mm
440 mm
G 1 ¼"
G 1"
4,2 m³/uur
10 bar
5,5 bar
10 bar
70 °C
Bijvuldruk in bar
Fillcontrol Auto —29.07.2024
VOORZICHTIG
Gevaar voor verbranding door hete oppervlakten
In verwarmingsinstallaties kunnen brandwonden worden veroorzaakt als
gevolg van hoge oppervlaktetemperaturen.
•
Draag veiligheidshandschoenen.
•
Plaats desbetreffende waarschuwingsborden in de buurt van het
apparaat.
VOORZICHTIG
Kans op letsel door vallen of stoten
Kneuzingen door vallen of stoten aan onderdelen van de installatie tijdens de
montage.
•
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen (helm, beschermende
kleding, handschoenen, veiligheidsschoenen).
Opmerking!
Bevestig het juiste uitvoeren van montage en inbedrijfstelling in het
certificaat voor montage en inbedrijfstelling. Dit is de voorwaarde voor
garantieclaims.
–
Laat de eerste inbedrijfstelling en het jaarlijkse onderhoud uitvoeren
door de Reflex serviceafdeling.
6.1
Montagevoorwaarden
6.1.1
Controle van de leveringsomvang
Voor de aflevering wordt het apparaat zorgvuldig gecontroleerd en verpakt.
Beschadigingen tijdens het vervoer kunnen echter niet worden uitgesloten.
Ga als volgt te werk:
1.
Controleer de afgeleverde componenten direct bij ontvangst.
•
Is de levering volledig?
•
Is er een transportschade opgetreden?
2.
Documenteer de beschadigingen.
3.
Neem contact op met de vervoerder om de schade te melden.
6.2
Voorbereidingen
Voorbereidingen voor de montage van het apparaat:
•
Vorstvrije, goed geventileerde ruimte.
–
Kamertemperatuur 0 °C tot 35 °C.
•
Bijvuloptie.
–
Stel zo nodig een vulaansluiting DN 15 volgens DIN 1988 T 4 ter
beschikking.
•
Elektrische aansluiting: 230 V~, 50 Hz, 16 A met voorgeschakelde
aardlekschakelaar: Aanspreekstroom 0,03 A.
6.3
Uitvoering
OPGELET
Schade door ondeskundige montage
Door aansluitingen van buisleidingen of door apparaten van de installatie
kunnen extra belastingen van het apparaat ontstaan.
•
Zorg dat de buisaansluitingen tussen apparaat en installatie gemonteerd
zijn zonder spanningen en trillingen.
•
Ondersteun zo nodig de buisleidingen of apparaten.
Opmerking!
Er ontstaan trillingen door het starten van de pomp in het apparaat. Deze
overdragen luidruchtige geluiden in de leidingen van de installatie.
–
Sluit de buisleidingen aan op de aansluitpunten van het apparaat.
In installatiesystemen met een membraan-expansievat moet het apparaat in de
nabijheid ervan worden geïnstalleerd. Dit zorgt ervoor dat de vereiste vuldruk voor
het bijvullen van water via de druksensor in het apparaat wordt gedetecteerd. De
vuldruk is afhankelijk van de minimale werkdruk van het systeem. Voor de
berekening van minimale werkdruk, 7.2 "Minimale werkdruk P0 voor besturing
bepalen", 198.
Voer de volgende werkzaamheden uit voor de montage:
1.
Positioneer het apparaat.
Need help?
Do you have a question about the Fillcontrol Auto and is the answer not in the manual?
Questions and answers