ZOLL Cool Line CL-2295AE/8700-0781-40 Instructions For Use Manual page 51

Gebruiksaanwijzing voor
voerdraden
Opmerking. Deze informatie is alleen van toepassing op het gebruik
van voerdraden waarbij de seldingertechniek voor het plaatsen van
katheters in het vaatstelsel wordt toegepast.
Waarschuwingen
De meegeleverde voerdraad is uitsluitend bestemd voor eenmalig
gebruik. Niet opnieuw steriliseren of opnieuw gebruiken. Niet opnieuw
inbrengen na verwijdering uit de patiënt.
Als bij het inbrengen of terugtrekken weerstand wordt ondervonden,
mag de voerdraad niet meer worden voortbewogen. Bepaal de oorzaak
onder doorlichting en neem zo nodig maatregelen.
Wees uiterst voorzichtig bij het voortbewegen van een voerdraad
door een stent. Gebruik van een voerdraad in gestente vaten vormt
een extra risico voor de patiënt.
Aandachtspunten
Trek de voerdraad niet terug door metalen naalden; de voerdraad
kan afknappen.
Wegens de gevoelige en kwetsbare aard van voerdraden moet
extra zorg worden besteed bij het hanteren ervan. Voorkom buigen
en knikken. Gebruik geen beschadigde voerdraden.
Er moet voldoende voerdraadlengte blootliggen om altijd een stevige
grip op de voerdraad te behouden.
Dispenser
Elke voerdraad wordt geleverd in een dispenserverpakking. Verwijder
de antimigreerclip van de voerdraad alvorens de voerdraad uit de
verpakking te halen. Verwijder de beschermdop van de voerdraad
onmiddellijk vóór gebruik van de voerdraad. Maak de voerdraad
gereed alvorens deze in te brengen. Het is raadzaam de dispenser
te vullen met gehepariniseerde oplossingen (bijv. fysiologische
zoutoplossing of dextrose) om de voerdraad te bevochtigen bij het
inbrengen.
De voorgevormde voerdraad met J-uiteinde neemt zijn vorm weer
aan na verwijdering uit de productdispenser.
1. Beschermdop voerdraad
2. Antimigreerclip voerdraad
Inspectie
De voerdraad moet vóór gebruik worden geïnspecteerd en een
slecht gevormde voerdraad moet worden afgevoerd. De plaatsing
van de voerdraad moet routinematig worden bewaakt met gebruik
van een röntgenfoto of onder doorlichting.
Techniek
1. Prik het bloedvat aan.
2. Steek de voerdraad in het aanzetstuk van de naald en voer
voorzichtig 5 à 10 cm van de voerdraad in het aangeprikte
bloedvat op. Leid de voerdraad naar de gewenste positie.
Let op. Vermijd wilde of overdreven krachtige manipulatie
van de voerdraad om beschadiging van de voerdraad of het
bloedvat te voorkomen.
3. Verwijder de naald van de voerdraad.
4. Dilateer het weefsel en het bloedvat met een kleine
draaibeweging van de dilatator.
5. Verwijder de dilatator (de vaatdilatator is uitsluitend bestemd
voor dilatatie van bloedvaten).
6. Breng de katheter in door hem over de voerdraad te schuiven.
7. Verwijder de voerdraad.
51/131