B. Braun Aesculap Endoscopic Technology Instructions For Use/Technical Description page 105

Modus-instelling
Na selectie van de modus Procedure uit het korte systeemmenu wordt de
lijst met beschikbare modus-instellingen weergegeven
LAPAROSCOPIE
NEURO-ENDOSCOPIE
ARTROSCOPIE
UROLOGIE
HYSTEROCOPIE
FIBERSCOPIE
GEBRUIKER 1
GEBRUIKER 2
GEBRUIKER 3
Het huidige actieve modustype wordt in knipperende tekst weergegeven.
Navigatie naar en selectie van het type proceduremodus wordt uitgevoerd
zoals hierboven omschreven, zie Menu-navigatie.
De individueel aanpasbare modustypen Gebruiker 1, Gebruiker 2 of
Gebruiker 3 kunnen uit het Korte systeemmenu worden geselecteerd. Op
dit moment kunnen echter geen individueel aanpasbare modusinstellin-
gen worden ingesteld, aangezien de camerakop niet is aangesloten. Voor
het resetten van de individueel aanpasbare modustypen Gebruiker 1,
Gebruiker 2 en Gebruiker 3, zie Hoofdmenu.
De geselecteerde modus wordt in het niet-vluchtige geheugen opgeslagen
en tijdens de eerstvolgende keer dat het systeem opnieuw wordt inge-
schakeld, ingesteld.
Taal instellen
Wanneer in het korte systeemmenu Taal wordt geselecteerd verschijnt de
lijst met beschikbare talen
ENGLISH
DEUTSCH
FRANCAIS
ITALIANO
ESPANOL
De huidige actieve taal wordt in knipperende tekst weergegeven. Naviga-
tie naar en selectie van de taal wordt uitgevoerd zoals hierboven omschre-
ven, zie Menu-navigatie.
De geselecteerde Taal wordt in het niet-vluchtige geheugen opgeslagen
en tijdens de eerstvolgende keer dat het systeem opnieuw wordt inge-
schakeld, ingesteld.
Softwareversie tonen
Wanneer in het Korte systeemmenu Softwareversie tonen wordt geselec-
teerd, wordt de huidige softwareversie op het OSD-scherm weergegeven.
Fabrieksinstellingen terugzetten
Wanneer in het Korte systeemmenu Fabrieksinstellingen terugzetten
wordt geselecteerd, worden de standaard fabriekswaarden voor alle para-
meters behalve Taal, 50/60 Hz en Gebruiker 1, 2, 3 instellingen teruggezet.
De bevestiging van de OSD:
FABRIEKSINSTELLINGEN TERUGZETTEN OK
verschijnt ongeveer 5 seconden in beeld gevolgd door de cursor:
AESCULAP Full HD 3 Chip camera MODUS LAPAROSCOPIE
Hoofdmenu
Met aangesloten camerakop en de eenheid ingeschakeld, geven alle
video-uitgangen het live videobeeld weer. De OSD geeft de huidige proce-
duremodus weer en geeft aan dat de Witbalans moet worden ingesteld.
Als de Witbalans met goed gevolg is ingesteld is het systeem klaar voor
gebruik. Wanneer op een willekeurig moment tijdens de live video de toets
Menu 13 wordt ingedrukt, wordt het Hoofdmenu geactiveerd:
MODUS (knipperend)
HELDERHEID
VERSTERKING
BEELDFORMAAT KLEIN/GROOT
KLEUR
PIEK/GEMIDDELD
SYSTEEMCONFIGURATIE
Modus-instelling
De modusinstelling wordt boven omschreven, zie Kort systeemmenu
(camerakop losgekoppeld).
Instellingen individueel aanpasbare modus
Indien een van de "Gebruiker N", waarbij N = 1, 2, of 3 keuzemogelijkhe-
den wordt geselecteerd, wordt de OSD als volgt weergegeven (posities van
de sterretjes geven de huidige, actieve instellingen weer, en worden hier-
onder in willekeurige posities weergegeven):
INSTELLINGEN GEBRUIKER N
HELDERHEID -....*....+
VERBETERING -....*....+
PIEK/GEMIDDELD -....*....+
KLEUR -....*....+
BEELDFORMAAT KLEIN MIDDEL GROOT
FIBERSCOOP UIT AAN
AFSLUITEN
Instellingen individueel aanpasbare modus instellen
►
De geselecteerde instelling die moet worden gewijzigd wordt in knip-
perende tekst weergegeven. Druk op de toets Omhoog 14 of
Omlaag 18 om het onderdeel te selecteren dat aangepast moet wor-
den.
►
Druk op de toets Selecteren 15 als het gewenste onderdeel dat moet
worden aangepast actief is (knippert).
Helderheid instellen
►
Druk op de toets Omhoog 14 om de cursor naar rechts op de schuifbalk
van de helderheid (sterker) te bewegen, en op de toets Omlaag 18 om
de cursor naar links (verlagen) te bewegen.
►
Bekijk de aangepast helderheid op de live video. Druk op de toets
Selecteren 15 als de gewenste helderheid is bereikt. Door te drukken
op de toets Selecteren 15 wordt automatisch de volgende regel Verbe-
tering geactiveerd (knippert).
Verbetering instellen
►
Druk op de toets Omhoog 14 om de cursor naar rechts op de schuifbalk
Verbetering (sterker) te bewegen, en op de toets Omlaag 18 om de cur-
sor naar links (verlagen) te bewegen.
103