Wiedereinbau der Sekundärwelle auf das Gehäuse
Zuerst müssen die Zahnräder und die Muffen auf die
Welle, wie folgt, eingebaut werden:
Auf die Welle der Gehäuseseite folgende Teile
einbauen:
•
Die Buchse für das Zahnrad 2. Gang auf die Welle.
Darauf achten, dass der Kopf dieser Buchse zum
Deckel ausgerichtet ist.
•
Den Käfig mit den Nadeln für das Zahnrad 2. Gang
auf die Buchse.
•
Das Zahnrad 2. Gang auf den Nadelkäfig. Beachten,
dass die Frontaleinrückkerben zum Deckel
ausgerichtet sind.
•
Die Distanzscheibe zwischen das Zahnrad 3. und 2.
Gang.
•
Das Zahnrad 3. Gang mit dem Nadelkäfig. Beachten,
dass die Frontaleinrückkerben zur Gehäuseseite
ausgerichtet sind.
•
Die Buchse für das Zahnrad 3. Gang auf die Welle mit
dem zur beweglichen Muffe ausgerichteten Kopf.
•
Die feste Muffe. Beachten, dass der Teil mit der
Innenabflachung in Richtung des Zahnrads 3. Gang
eingebaut wird.
•
Die Innenbahn in das Lager 4. Gang mit dem
Werkzeug Kennnr. 14928600; siehe Kap. 5 Abschnitt
B.
•
Die bewegliche Muffe für Einrückung 3. und 4. Gang.
Beachten, dass der Teil mit der Innenabflachung in
Richtung des Zahnrads 3. Gang eingebaut wird.
•
Den Käfig mit den Nadeln auf die Buchse.
•
Das Zahnrad 4. Gang auf die Welle. Beachten, dass
die Frontaleinrückkerben zur beweglichen Muffe
ausgerichtet sind.
Auf die Welle der Deckelseite folgende Teile einbauen:
•
Die Einrückmuffe 1. und 2. Gang auf die Welle.
•
Die Buchse für das Zahnrad 1. Gang mit zum Zahnrad
2. Gang ausgerichtetem Kopf.
•
Den Käfig mit den Nadeln auf die Buchse für das
Zahnrad 1. Gang.
•
Das Zahnrad 1. Gang auf den Nadelkäfig.
•
Den Dichtring in die Führung auf die Welle.
•
Das Zahnrad 5. Gang. Beachten, dass der Teil mit der
Innenabflachung auf den Dichtring eingebaut ist.
G
ETRIEB
De secundaire as op de versnellingsbak monteren
In de eerste plaats dienen de tandwielen en de bussen
op de as zelf te worden gestoken:
Op de as aan de kant van de versnellingsbak
•
Eerst het verbindingstuk voor de tandwielaandrijving
van de 2e versnelling op de as steken, en ervoor
zorgen dat de kop ervan naar het deksel is gericht;
•
De naaldkooi voor de tandwielaandrijving van de 2
versnelling op de verbindingspijp steken;
•
De tandwielaandrijving van de 2
naaldkooi, waarbij u er rekening mee moet houden
dat de schakeluitsparingen vooraan in de richting van
het deksel moeten zitten;
•
De vulring tussen de tandwielaandrijving van de 3
de 2
e
versnelling;
•
De tandwielaandrijving van de 3
naaldkooi, waarbij u er rekening mee dient te houden
dat de schakeluitsparingen vooraan in de richting van
de bak moeten zitten ;
•
De verbindingspijp voor de tandwielaandrijving van de
e
3
versnelling op de as met de kop in de richting van
de glijbus;
•
De vaste bus monteren en ervoor zorgen dat het
inwendig verlaagde deel in de richting van de
tandwielaandrijving van de 3
gemonteerd;
•
De binnenring van het lager op de zijde van de 4
versnelling met het gereedschap codenummer
14928600 (zie hoofdstuk 5 deel B);
•
De glijbus voor de schakeling van de 3
monteren, ervoor zorgend dat de verlaagde kant in
de richting van de tandwielaandrijving van de 3
versnelling moet steken;
•
De kooi met naalden op de verbindingspijp steken;
•
De tandwielaandrijving van de 4
as, waarbij u er rekening mee houdt dat de
schakelgleuven vooraan in de richting van de
bewegende glijbus moeten zitten.
Op de as aan de kant van het deksel
•
De schakelbus van de 1
steken;
•
De verbindingspijp voor de tandwielaandrijving van de
e
1
versnelling met de kop naar de tandwielaandrijving
e
van de 2
versnelling;
•
De kooi met naalden op de verbindingspijp voor de
tandwielaandrijving van de 1
•
De tandwielaandrijving van de 1
naaldkooi;
•
De sluitring in de gleuf op de as;
• De tandwielaandrijving van de 5
rekening houdend dat het verlaagde deel op de
sluitring moet zitten.
V
ERSNELLING
e
versnelling op de
e
en
e
versnelling met de
e
versnelling moet worden
e
en 4
e
snelheid
e
versnelling op de
e
en 2
e
versnelling op de as
e
versnelling;
e
versnelling op de
e
versnelling, ermee
35
A
B
C
e
D
E
F
G
e
H
e
I
L
M
N
O
P