ABNAHME 2 (
MIT AUF
•
Unter dem Motorrad immer einen Träger positionieren,
so dass das Vorderrad vom Boden anhoben werden
kann.
•
Die Zangen entfernen, wie dies für die Befestigung
(1) beschrieben wird.
•
Die 2 Schrauben "C" lockern, die die Achse an den
Gabelholmen befestigen.
•
Die Achse "A", die Distanzstücke „F" herausnehmen
und das Rad entfernen.
Für die Überholung Kap.3 in diesem Abschnitt lesen.
W
2
IEDEREINBAU
Nachdem alle notwendigen Kontrollen am Rad
durchgeführt wurden, wie folgt, die Montage vornehmen:
•
Das komplette Rad zwischen die Holme der Gabel
einfügen.
•
Den Schaft und das Gewinde der Radachse mit dem
empfohlenen Fett schmieren.
•
Das im linken Holm vorhandene Gewinde schmieren.
•
Die Distanzstücke anordnen und die Radachse
anschrauben.
•
Die 2 Schrauben für die Befestigung der Achse am
Holm mit dem vorgeschriebenen Moment anziehen.
•
Die Zange oder die Zangen der Bremse wieder
montieren, indem die Befestigungsschrauben mit dem
vorgeschriebenen Moment angezogen werden.
•
Überprüfen, dass die Scheiben in den Zangen frei
gleiten. Danach mehrere Male den Bremshebel
betätigen, um die Kolben der Zangen in die normale
Position zu bringen.
R
ÄDERTEILE
H
A
OLM MONTIERTER
CHSE
)
V
2 (S
ERWIJDERING
PIL OP ARM GESCHROEFD
•
In elk geval een steun onder het voertuig zetten
waardoor het voorste wiel van de vloer kan worden
getild;
•
Verwijder de klauwen zoals beschreven in de
montageprocedure (1);
•
De 2 schroeven waarmee de spil op de vorkarmen is
vastgemaakt, losdraaien;
•
De spil "A" en de afstandhouders "F" uit het wiel trekken
en het wiel verwijderen.
Raadpleeg hoofdstuk cap.3 van dit deel voor de revisie.
O
PNIEUW MONTEREN
Als alle wielcontroles zijn uitgevoerd, monteert u dit weer
op de volgende manier:
•
Steek het volledige wiel tussen de vorkarmen;
•
Smeer spil en schroefdraad met aanbevolen vet;
•
Smeer de schroefdraad in de linker spilschacht;
•
Breng de afstandhouders aan en draai de wielspil vast;
•
Draai de 2 borgschroeven van de spil in de arm vast
op voorgeschreven koppelwaarde;
•
Monteer de klauw of de klauwen en draai de schroeven
vast op de voorgeschreven koppelwaarde;
•
Controleer of de schijven vrij in de klauwen bewegen
en druk herhaaldelijk de remhendel in om de
klauwzuigertjes in de normale stand te brengen.
W
)
2
IELINSTALLATIES
A
B
C
D
E
F
G
H
I
L
M
N
O
P
7