Wilo Yonos GIGA2.0-I Installation And Operating Instructions Manual page 384

Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

nl
Gewenste waardebron
Interne gewenste waarde
Analoge ingang (AI2)
CIF-module
Fig. 72: Menu gewenste waardebron
384
Communicatie-interfaces: Instelling en functie
Universeel
Displaytekst
1.0
Instellingen
1.1
Regelingsinstelling
1.1.9
Gewenste waardebron
1.1.9 / 1
Interne gewenste waarde
1.1.9 / 2
Analoge ingang (AI2)
1.1.9 / 3
CIF-module
De functie 'Kabelbreukherkenning' is actief.
Een analoog signaal kleiner dan 1 V of 2 mA wordt als kabelbreuk gedetecteerd.
Het in- of uitschakelen houdt daarbij rekening met een hysterese.
Als noodbedrijf wordt dan een ingesteld noodtoerental toegepast. Daarvoor moet het
noodbedrijf in het menu 'Regelingsinstelling – noodbedrijf [} 364]' op 'Pomp AAN' zijn
ingesteld. Wanneer het noodbedrijf op 'Pomp UIT' is ingesteld, staat de pomp bij kabel-
breukherkenning.
Signaaltype 0...10 V / 0...20 mA
Instelling van een niet inbegrepen verschildruksensor:
Wanneer op de analoge ingang AI1 niet inbegrepen een verschildruksensor wordt inge-
richt (bijv. op een pompvariant R1), moet op de analoge ingang AI1 het druksensorbe-
reik en de druksensorpositie worden ingesteld (zie Fig. 67) – Analoge ingang AI1. Mo-
gelijke druksensorposities:
ƒ
Pompflens
ƒ
Positie conform standaard
LET OP
Aanbeveling: De in te stellen druksensor ten minste zo hoog instellen als de maxi-
maal mogelijke opvoerhoogte van de betreffende pomp.
Het druksensorbereik moet daarvoor in het menu 'Druksensorbereik' worden gecon-
figureerd. (Fig. 67 Menu analoge ingang AI1 en Fig. 69 Druksensor AI1)
Voorbeeld:
Wanneer het pomptype een maximale opvoerhoogte van 20 m heeft, dan moet de aan-
sluitende verschildruksensor minimaal 2,0 bar (ca. 20 m) kunnen bieden. Wanneer een
verschildruksensor met bijv. 4,0 bar aangesloten wordt, moet het verschildrukbereik op
4,0 bar worden ingesteld.
Er moet altijd het juiste signaaltype bij de aansluitende verschildruksensor worden ge-
selecteerd. In dit geval 0...10 V of 0...20 mA.
LET OP
Het verschildrukbereik dat ingesteld wordt, moet altijd op de nominale maximale
waarde van de aangesloten verschildruksensor worden ingesteld. De nominale maxi-
male waarde komt voor 100% overeen met de sensorwaarde. De waarde moet van
het typeplaatje van de verschildruksensor worden afgelezen. Alleen hierdoor wordt
gegarandeerd dat de pomp juist regelt.
De werkelijke waarde van de verschildruk verloopt lineair tussen de analoge signalen 0...
10 V of 0...20 mA. Het wordt lineair geïnterpoleerd. (Zie diagram Fig. 73).
Het toegepaste analoge signaal van 0 V of 0 mA geeft de werkelijke waarde van de ver-
schildruk bij '0%' weer. Het toegepaste analoge signaal van 10 V of 20 mA geeft de
werkelijke waarde van de verschildruk bij '100%' weer.
De gewenste waarde waarop de pomp regelt, wordt gespecificeerd volgens het hoofd-
stuk 'Regelingsinstellingen'. De instelling gebeurt in het MENU 'Regelingsinstelling'
[} 361], 'Instellen van de gewenste waardebron' [} 364]. Es moet 'Interne gewenste
waarde' geactiveerd worden.
De functie 'Kabelbreukherkenning' is niet actief.
WILO SE 2022-05

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Yonos giga2.0-d

Table of Contents