Overzicht; Statussymbolen - CTEK CHARGESTORM CONNECTED 2 User Manual

Overzicht

1 3
2 4
5
6
1. Voorpaneel.
2. Display met de symbolen voor de oplaadstatus.
3. Achterkant.
Technische behuizing.
4.
5. Aansluiting voor elektrische voertuigen.
6. Aansluiting voor elektrische voertuigen (vaste laadkabel).

Statussymbolen

SYMBOOL KLEUR MODUS VERKLARING
Open RFID-symbool is niet actief.
Brandt RFID Wachten op RFID-tag.
groen
Knippert RFID Wordt geverifieerd. Even geduld
geel a.u.b.!
Knippert RFID De RFID-tag is goedgekeurd.
groen Het laden wordt nu gestart.
Knippert RFID De RFID-tag is geweigerd
eenmaal (gebruiker kan niet laden).
rood
CTEK AB
SYMBOOL KLEUR MODUS VERKLARING
Brandt RFID/ Beschikbaar en gereed voor laden.
groen Open
Knippert RFID Wachten op kabelverbinding
groen of verificatie.
Brandt RFID/ Voertuig is verbonden maar laadt
blauw Open niet op (het voertuig is bijvoorbeeld
volledig opgeladen of de laadsessie
is onderbroken).
Knippert RFID/ De accu wordt geladen.
blauw Open
Brandt RFID/ Er klinkt een alarm. Probeer RCD
rood Open te resetten door een voertuig te
verbinden met behulp van een
laadkabel, waardoor het laadstation
een zelfdiagnose uitvoert.
Als de storing aanhoudt, controleer
dan of de MCB (zekering) is
doorgeslagen. Open de technische
behuizing en reset de MCB.
De aansluitdoos heeft een tijdelijke
storing. De storing kan één van de
volgende storingen zijn:
• De tijdslimiet voor de verificatie is
bereikt.
• Het PP-signaal kan niet van de kabel
worden afgelezen (geldt alleen voor
aansluitdoos type 2).
• De kabel kan niet worden
vergrendeld door het motortje
in de aansluiting.
Brandt - Het laadstation heeft verbinding
blauw gemaakt met de cloud-backend.
Wordt alleen tijdens het opstarten
weergegeven. Dit symbool knippert
5 seconden.
Brandt RFID/ Het laadstation kon tijdens het
rood Open opstarten geen verbinding met de
cloud-backend maken. Wordt alleen
tijdens het opstarten weergegeven.
Opmerking: Als het laadstation geen actieve symbolen heeft, is het laadstation
niet actief. Dit kan komen doordat het laadstation is geconfigureerd om inactief
te zijn, of doordat het station opnieuw wordt opgestart, of doordat het gepland
onderhoud ondergaat.
Gebruikers- en installatie-instructies
123