d finished (gereed)
Geeft aan dat het gerecht gereed is. Het
display (a) knippert en geeft '00:00' aan.
Bovendien wordt er een geluidssignaal
weergegeven.
e keep warm (warm houden)
Geeft aan dat de warmhoudfunctie na
afloop van een bereidingsprogramma
ingeschakeld is. Op het display licht een
rechthoek (stippellijn) op.
f
Stoomdrukfunctie
[ K ] geeft aan dat de lage stoomdruk
(105 °C) is geselecteerd.
[ L ] geef aan dat de hoge stoomdruk
(115 °C) is geselecteerd. X "Bereiden
met stoomdruk" zie pagina 41
g Weergave van de vooraf ingestelde
bereidingsduur
De vooraf ingestelde bereidingsduur
[ medium ] (gemiddeld) van een
bereidingsprogramma kan met toets E
worden verkort [ short ] (kort) of verlengd
[ long ] (lang). Het desbetreffende
indicatie-element licht op.
h Lijst met bereidingsprogramma's
Er zijn 16 vooraf ingestelde
bereidingsprogramma's beschikbaar.
Door meermaals op toets D te
drukken, worden de achtereenvolgende
bereidingsprogramma's opgeroepen.
Op het bedieningspaneel licht de
desbetreffende LED op.
i
recipe 1&2 (recept 1&2)
Geheugenplaatsen voor opslag van
individuele bereidingsprogramma's met
stoomdrukfunctie, bereidingsduur en
-temperatuur.
j
my mode (mijn modus)
Snelle instelmodus waarmee
de stoomdrukfunctie evenals de
bereidingsduur en -temperatuur voor
een kookproces afzonderlijk kunnen
worden ingesteld.
Voor het eerste gebruik
Voor het eerste gebruik
Voordat het nieuwe apparaat kan worden
gebruikt, moet dit volledig uitgepakt en
gereinigd worden, en vervolgens op het
stopcontact worden aangesloten. Voer
hiervoor de volgende stappen uit:
1. Het basisapparaat en alle toebehoren
uit de verpakking nemen en het
aanwezige verpakkingsmateriaal
verwijderen.
2. Voor het optillen van het apparaat de
draaggreep gebruiken. Hiervoor de
draaggreep maar boven zwenken.
Attentie!
Bij het transporteren van het apparaat
omwille van de veiligheid altijd de
draaggreep gebruiken.
3. Het apparaat op een stabiel, horizontaal
en glad werkvlak neerzetten.
Attentie!
Er mogen zich boven en achter het
apparaat geen gevoelige vlakken
en apparaten bevinden, die door de
temperatuurontwikkeling en uittredende
stoom beschadigd kunnen worden.
4. Stoomuitlaat verwijderen
De stoomuitlaat achteraan vastpakken
en omhoog trekken.
nl
35