Apparaat Starten; Apparaat Verrijden; Veegbedrijf - Kärcher KM 105/100 R G Manual

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 28

Apparaat starten

Instructie: Het apparaat is uitgerust met
een contactschakelaar in de stoel. Wan-
neer de bestuurdersplaats langer dan 1,5
seconden verlaten wordt, wordt de ver-
brandingsmotor uitgeschakeld. Neergela-
ten veegwals en zijbezems worden auto-
matisch opgetild.
Brandstofkraan openen
 Motorkap openen.
 Brandstofkraan openen.
Afbeelding: Brandstofkraan openen (benzi-
ne-/gasmotor)
Afbeelding: Brandstofkraan openen (die-
selmotor)
 Motorkap sluiten.
Gastoevoer openen (gasmotor)
 Gas-aftapventiel openen door tegen de
wijzers van de klok te draaien.
Motor starten
 Op de chauffeursstoel plaatsnemen.
 Parkeerrem bedienen.
 Rijpedaal NIET gebruiken.
 Programmakeuzeschakelaar in stand C
(rijden) draaien.
Instructie: Motor start automatisch.
Starten bij koud weer:
Benzinemotor/gasmotor: Motor heeft een
automatische choke.
Dieselmotor: Als het startproces mislukt,
bedient u de decompressiehendel (1) op de
motor en herhaalt u het startproces.
Afbeelding: Decompressiehendel (diesel-
motor)
Instructies voor de automatisch start
van de motor
– Wanneer de bediener langer dan 1,5
seconden van de stoel opstaat, stopt de
verbrandingsmotor.
– Wanneer opnieuw plaats wordt geno-
men op de bestuurdersplaats, start de
motor automatisch.
– De verbrandingsmotor schakelt uit als
de stoel verlaten, de programmakeuze-
schakelaar op "ON" gedraaid of de KIK-
sleutel uitgetrokken wordt. Zijbezems
en veegwals worden opgetild. Na nog 5
minuten schakelt het apparaat zichzelf
automatisch uit.

Apparaat verrijden

LET OP
Beschadigingsgevaar van de aandrijving!
Voor elke rit moet gegarandeerd worden
dat de vrijloophendel in de achterste positie
staat (gesloten).
Gaspedaal altijd voorzichtig en langzaam
induwen. Niet schokkend van achteruit-
naar vooruitrijden omschakelen en omge-
keerd.
De rijsnelheid moet aan de omstandighe-
den van dat moment aangepast worden.
1 Rijpedaal "vooruit"
2 Rijpedaal "achteruit"
 Parkeerrem losmaken.
Vooruit rijden
 Gaspedaal "vooruit" langzaam indruk-
ken.
Achteruit rijden
GEVAAR
Verwondingsgevaar!
 Bij het achteruitrijden mag geen gevaar
voor derden bestaan, eventueel laten
inwerken.
 Gaspedaal "achteruit" langzaam in-
drukken.
11
-
NL
Rijgedrag
– Met de rijpedalen kan de rijsnelheid
traploos geregeld worden.
– Vermijd schokkerig gebruik van het pe-
daal, omdat de hydraulische installatie
anders beschadigd kan raken.
Remmen
 Rijpedaal loslaten, het apparaat remt
zelf en blijft staan.
Instructie: Indien het apparaat niet tot
stilstand komt, bedient u voor een
„noodgeval" de parkeerrem of duwt u
de hoofdschakelaar in de stand „0".
Over hindernissen heen rijden
LET OP
Er mag niet over voorwerpen of vrijstaande
hindernissen gereden worden; deze mo-
gen ook niet verschoven worden.
 Vaste hindernissen tot 6 cm hoog kun-
nen langzaam en voorzichtig bereden
worden.
 Vaste hindernissen van meer dan 6 cm
hoog mogen enkel met een geschikt
platform bereden worden.

Veegbedrijf

GEVAAR
Verwondings- en beschadigingsgevaar!
 Bij een geopende grofvuilklep kan de
veegwals stenen of steengruis naar vo-
ren wegslingeren. Let erop dat geen
personen, dieren of voorwerpen in ge-
vaar worden gebracht.
LET OP
Geen pakbanden, draden of soortgelijk ma-
teriaal opvegen; dit kan leiden tot een be-
schadiging van het veegmechanisme.
LET OP
Om een beschadiging van de bodem te
vermijden, mag de veegmachine bij een
neergelaten veegwals en zijbezem niet ter
plaatse bediend worden.
Instructies voor het veegbedrijf
– Voor een optimaal reinigingsresultaat
moet de rijsnelheid aangepast worden
aan de omstandigheden.
– Tijdens het veegbedrijf het vuilreservoir
regelmatig leegmaken.
Instructie: Als hoofdzakelijk split opge-
veegd wordt (hoog gewicht van het
veeggoed), moet het vuilreservoir snel-
ler leeggemaakt worden.
Bij apparaten met lage afvoer: Op het
vuilreservoir bevindt zich een marke-
ring voor de maximale vulhoogte bij
split. De markering wordt zichtbaar als
het vuilreservoir weggenomen is.
– Bij oppervlaktereiniging veegrol laten
zakken.
– De reiniging van zijranden bij voorkeur
uitvoeren met de rechter zijbezem.
Vegen met keerrol
Voor de reiniging met de veegwals zijn 3
verschillende veegprogramma's beschik-
baar, te worden op het display weergege-
ven door 2 pijlen.
Instructie: Veegprogramma's enkel selec-
teren bij een stilstaand apparaat.
117

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents