Sikkelscharnier Instellen; Trekkabel Monteren; Symmetrie Controleren; Werkwijze - Otto Bock AxonArm Hybrid 12K500 Instructions For Use Manual

6.6 Sikkelscharnier instellen

6.7 Trekkabel monteren

VOORZICHTIG
Verwijdering van de trekkabel
Verwondingen door een onjuiste werking van het product.
► Bij de AxonArm Ergo 12K501 mag de trekkabel uitsluitend worden gebruikt in noodgevallen. Uit veiligheids­
overwegingen mag de kabel niet worden verwijderd! Wanneer het Axon-Bus prothesesysteem uitgeschakeld
of defect is en wanneer de accu leeg is, kan de AxonArm zonder trekkabel niet worden vergrendeld of ont­
grendeld.

6.8 Symmetrie controleren

1) Verbind de Axon-Bus grijpcomponent (bijv. de Michelangelo hand) met de AxonArm.
2) Controleer de symmetrie ten opzichte van de andere hand (bijv. met de Ottobock Laser-Line 743L20=230).

7 Werkwijze

7.1 Laden van de accu

Voor het eerste gebruik moet de AxonEnergy Integral 757B501 worden opgeladen. Gebruik voor het laden van de
AxonEnergy Integral 757B501 uitsluitend de AxonCharge Integral 757L500. Het laden kan alleen worden uitge­
voerd als de AxonMaster 13E500 is aangesloten.
1) Sluit de laadstekker van de AxonCharge Integral 757L500 aan op de laadbus.
→ De pieper geeft twee keer een kort geluidssignaal.
→ Het Axon-Bus prothesesysteem wordt gedeactiveerd en het laadproces wordt automatisch gestart.
AxonArm Hybrid 12K500=*, AxonArm Ergo 12K501=*
Een verandering van de bandlengte van 3 mm resulteert
in een verandering van de buigingshoek (voorflexie) van
ca. 5°.
De zone waarbinnen de arm vrij kan zwaaien, wordt met
het nieuw ingestelde aantal graden verschoven. Daar­
naast verschuift ook het begin van de volgende com­
pensatiezone met dit aantal graden.
De in de fabriek ingestelde voorflexie bedraagt ca. 10°.
► Het bovenarmscharnier is een sikkelscharnier met
een aanslag aan weerszijden (+/- 80°). De frictie
van het sikkelscharnier op de aansluiting van de
bovenarm kan met behulp van een stelschroef aan
de buitenzijde worden aangepast.
1) Breng de onderarm in de neutrale stand (geen exo-
of endorotatie).
2) Bevestig de snoergeleider met cilinderkopbouten
aan de koker (recht boven de bandklem en op mini­
maal 30 mm afstand van de lamineerring).
3) Roteer de koker tot de aanslag naar binnen en naar
buiten. Zorg ervoor dat de trekkabel voldoende spe­
ling heeft (lus!).
Werkwijze
Ottobock | 123