Otto Bock Empower 1A1-1 Instructions For Use Manual page 116

Gebruiksklaar maken
Lopen op trappen en hellingbanen
WAARSCHUWING
Trap aflopen
Gevaar voor verwonding door in gang zetten van de actieve plantairflexie
► Train het op de juiste manier aflopen van trappen.
► Ga niet met de voorvoet op de traptreden staan.
Voorwaarde: De instellingen voor het lopen op een vlakke ondergrond zijn afgerond.
>
1) Doe de oefeningen op een trap/hellingbaan. Blijf hierbij met de tablet binnen het bereik van de Bluetooth-ver­
binding om de instellingen te kunnen wijzigen.
2) Naar boven lopen: Zet de eerste stap op de trap/hellingbaan met de dominante/behouden zijde. Zet de pro­
thesevoet zo neer, dat alleen de voorvoet wordt belast en de knie licht gebogen is. Breng hierbij het lichaams­
gewicht over op de prothese om de actieve plantairflexie in gang te zetten. Gebruik de leuning zo min mogelijk.
3) Pas bij STAP 2 de parameter Snel vermogen aan. Als het resultaat niet optimaal is, pas dan bij de geavan­
ceerde instellingen de parameter Neerzetten van de teen aan.
4) Naar beneden lopen: Zet de prothesevoet zo neer, dat alleen de achtervoet wordt belast. Dit voorkomt dat de
actieve plantairflexie in gang wordt gezet.
Basisinstellingen (STAP 2)
Parameter
Weerstand bij het neer­
zetten van de hiel
Zelfgeselecteerd vermo­
gen
Snel vermogen
Traag vermogen
Geavanceerde instellingen
INFORMATIE
► Gebruik de geavanceerde instellingen, als u met de basisinstellingen geen optimaal resultaat hebt kunnen
bereiken.
Parameter
Gevoeligheid vermogen
Timing snel vermogen
116
Beschrijving en manier van instellen
Stelt de weerstand van de plantairflexie bij het neerzetten van
de hiel in.
Stelt de actieve plantairflexie ("Zelfgeselecteerd vermogen") bij
een zelfgekozen snelheid in. De instelling beïnvloedt zowel de
parameter voor snel lopen ("Snel vermogen") als die voor lang­
zaam lopen ("Traag vermogen").
• Stel deze parameter in op de laagste waarde die aanvaard­
baar is. Zo kan de prothesevoet optimaal presteren.
Stelt de actieve plantairflexie voor snel lopen ("Snel vermo­
gen") in. Deze parameter heeft ook invloed op het oplopen van
trappen en het aflopen van steile hellingbanen.
• Stel de optimale waarde in aan de hand van het diagram in
de instelsoftware. Optimale waarden bevinden zich binnen
de twee stippellijnen.
Stelt de actieve plantairflexie voor langzaam lopen ("Traag ver­
mogen") in.
• Stel de optimale waarde in aan de hand van het diagram in
de instelsoftware. Optimale waarden bevinden zich binnen
de twee stippellijnen.
Beschrijving en manier van instellen
Vergroot de gevoeligheid voor het in gang zetten van de actie­
ve plantairflexie.
Als er na verhoging van de waarde voor de parameter
•
"Zelfgeselecteerd vermogen" geen energie wordt toe­
gevoerd: Verhoog de waarde tot de actieve plantairflexie in
gang wordt gezet.
Beïnvloedt het tijdstip van de actieve plantairflexie bij snel
lopen.
Als de actieve plantairflexie bij snel lopen meer naar
•
boven dan naar voren is gericht: Verhoog de waarde.
Standaardinstelling
0%
0%
0%
0%
Standaardinstelling
0%
47 %
Empower 1A1-1