KNOPPEN, INDICATOREN EN AANSLUITINGEN
Voetpedaal
20. Aanpassingsstang
Als de aanpassingsstang omhoog is gebracht, kan de gebruiker het voetpedaal tijdens de ingreep verplaatsen met
zijn/haar voet.
21. Snoeruitsparing
Hiermee kan de gebruiker het snoer rond het voetpedaal wikkelen voor eenvoudige opslag.
22. Pedaal voor snijden (geel)
Door dit pedaal in te drukken, wordt het snijdvermogen van het instrument geactiveerd.
23. Pedaal voor coaguleren (blauw)
Door dit pedaal in te drukken, wordt het coagulatievermogen van het instrument geactiveerd.
20 21
22
23
55
NL – NEDERLANDS