Download Print this page

Voorbereiding, Aansluiting En Bediening - ProCharger 10020103 Instructions For Use Manual

10.000 charger, diagnostic and maintenance device

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 15
Stap 7 'U2-fase (onderhoudslading)': als de accu op het oplaadapparaat
aangesloten blij ft, wordt na de oplaadmodus een onderhoudslading uitgevoerd
zodat de accu tot een spanning van 13,8 V wordt geladen. Afhankelij k van de
oplaadmodus wordt deze stap vaker of minder vaak uitgevoerd.
8.2 | Laadproces
Na de aansluiting op het spanningnet (220-240 V/AC 50/60 Hz) brandt de
Nadat het accutype met de toetsen 'MODE', '6 V/ 12 V' en 'TYPE' is ingesteld
en een accu is aangesloten, gaat het apparaat naar de testmodus. Is een accu
verkeerd aangesloten, dan brandt de LED
van 1,0 tot 14,0 V, dan schakelt het apparaat over naar de oplaadmodus.
Wanneer het oplaadapparaat een diepontladen accu (< 5 V) detecteert, wordt dit
aangegeven met de LED
en wordt de accu behoedzaam tot 5 V voorgeladen.
Stij gt de laadspanning tot meer dan 5 V, dan wordt deze LED uitgeschakeld
en wordt het normale oplaadproces gestart. Als de accuspanning niet binnen
24 uur een waarde van 5 V bereikt, wordt een fout gemeld. Het apparaat schakelt
automatisch uit en de LED's
en
Bij een accuspanning van meer dan 5 V wordt het hoofdoplaadproces gestart. Bij
de start van het oplaadproces controleert het apparaat of de accu gesulfateerd is.
Daarbij knippert
.
Als op dat moment een gesulfateerde accu wordt gedetecteerd, start de oplader
een desulfatieproces. De accu ontvangt daarbij pulserende stroom. Daarbij
knippert
.
Dit proces heeft een tij dslimiet en kan maximaal een uur duren. Daarna wordt een
normaal oplaadproces voortgezet.
De desulfatiefunctie wordt in de modus 'Li-Ion' en 'CAN-bus' niet
uitgevoerd.
Tij dens een normaal oplaadproces wordt de accu eerst met constante stroom
opgeladen (I-fase) totdat de laadstopspanning (7,1 V/14,3 V) bij na is bereikt.
Vervolgens wordt de spanning constant gehouden (U1-fase) en wordt de
laadstroom aangepast aan de laadtoestand van de accu. Hoe voller de accu,
des te lager de laadstroom. Wanneer de laadstroom lager wordt dan ca. 300 mA,
wordt het oplaadproces afgebroken en schakelt het oplaadapparaat automatisch
over op de testmodus. Slaagt de accu niet voor de test, dan wordt deze door het
oplaadapparaat als 'defect' beoordeeld. Het apparaat schakelt automatisch uit en
de LED 'Defect'
gaat branden.
Wordt wel aan alle testcriteria voldaan en wordt de accu als 'Goed' beoordeeld,
dan schakelt het oplaadapparaat de LED
onderhoudsladen (U2-fase) gestart. De accu is dan opgeladen en klaar voor
gebruik, en kan van het oplaadapparaat worden losgekoppeld. Als de accu dan op
het oplaadapparaat aangesloten blij ft, zal het apparaat afwisselend de volgende
processen uitvoeren: De LED's
94
. Valt de spanning binnen het bereik
gaan branden.
in en wordt de modus voor
+
en
gaan branden. Deze twee extra
programma's zorgen ervoor, dat de accu na het hoofdoplaadproces volgeladen en
in goede staat blij ft.
In de modus 'Li-Ion' wordt het programma 'Onderhoudslading' dagelij ks één keer
uitgevoerd.

9 | Voorbereiding, aansluiting en bediening

.
WAARSCHUWING!
Let op! Een verkeerde aansluiting, accukortsluiting, verkeerde
omgang met de accu en het oplaadapparaat zijn mogelijke
bronnen van gevaar.
•Zorg dat alle vereiste voorbereidingen zij n getroffen.
•Controleer het oplaadapparaat en de bij behorende kabels vóór
ieder gebruik op beschadiging(en). Gebruik het apparaat nooit
wanneer de beschermende isolatie van de net- of oplaadkabel
is beschadigd (geknikt, gescheurd, afgeschuurd, enz.).
•Controleer vóór het opladen of u de juiste spanning, het juiste
accutype en de juiste modus hebt ingesteld.
•Dicht bij de vloer kunnen zich explosieve gassen ophopen.
Plaats het oplaadapparaat zo hoog mogelij k en niet lager dan
nodig is boven de vloer. Plaats het apparaat niet direct op of
onmiddellij k naast de accu. Zorg dat de ruimte tij dens het
opladen voldoende wordt geventileerd.
•Als een accu niet onderhoudsvrij is, wordt aanbevolen de
accu uit het voertuig uit te bouwen omdat bij v. uittredend
accuzuurdamp het voertuig zou kunnen beschadigen. Neem
de aanwij zingen van de fabrikant voor het uitbouwen van de
accu in acht.
•Als de accu's niet onderhoudsvrij zij n, opent u de sluitstoppen
van de afzonderlij ke cellen voordat u de accu oplaadt (wij
raden aan de buitenkant van de accu vooraf te reinigen om
te vermij den dat er vuil in de accu terechtkomt). Laat de
accuhouder ongeveer 2 minuten luchten zodat brandbare
gassen kunnen wegtrekken.
•Bij accu's die niet onderhoudsvrij zij n moet het zuurpeil
worden gecontroleerd. Als het zuurpeil te laag is, moet dit
95

Advertisement

loading