Foutmeldingen - ProCharger 10020103 Instructions For Use Manual

6. LED 'knippert': De accu wordt met een ontlaadpuls tot 80 A 1 keer per
30 sec. belast om sulfaatafzetting op de loodplaten tegen te gaan (accu-
activatiemodus).
7. LED 'Vol': de accu is vol en kan worden losgekoppeld van het
oplaadapparaat.
8. LED '1,5 A': de maximale laadstroom is 1,5 A. Aanbevolen voor
accucapaciteiten van 1,5-20 Ah.
9. LED '3 A': de maximale laadstroom is 3 A. Aanbevolen voor
accucapaciteiten van 20-50 Ah.
10. LED '5 A': de maximale laadstroom is 5 A. Aanbevolen voor
accucapaciteiten van 50-80 Ah.
11. LED '10 A': de maximale laadstroom is 10 A. Aanbevolen voor
accucapaciteiten van 80-120 Ah.
12. LED '6 V': er is spanning voor het opladen van een 6V-accu ingesteld.
13. LED '12 V': er is spanning voor het opladen van een 12V-accu
ingesteld.
Pb
14. LED 'Standaard': het accutype is ingesteld op opladen van een Pb-
accu (loodaccu).
Li-Ion
15. LED 'Li-Ion': Het accutype 'Li-Ion' is geselecteerd voor het opladen van
een 12V-lithium-ionstartaccu. De maximale laadstopspanning is 14,3 V.
Het onderhoudsladen wordt maar een keer per dag uitgevoerd.
16. LED 'Winter/AGM': Het type 'Winter' (lage omgevingstemperatuur/
AGM-accu) is geselecteerd. Deze modus dient voor optimaal opladen
op koude winterdagen (omgevingstemperatuur lager dan 5 °C) of
voor het speciale opladen van loodvliesaccu's (AGM) wanneer een
hogere laadspanning door de accufabrikant wordt aangeraden. De
laadstopspanning wordt verhoogd tot 14,7 V.
CAN-Bus 17. LED 'CAN-bus': De oplaadmodus 'CAN-bus' is geselecteerd.
Deze oplaadmodus is bedoeld voor het opladen van accu's via een
boordstopcontact op voertuigen met een CAN-bussysteem (bij v. de meeste
BMW-motoren).
90
18. Toets 'MODE': selectie van de laadstroom: 1.5, 3.0, 5.0 of 10 A.
19. Toets '6 V/12 V': selectie van de accuspanning: 6 V of 12 V.
20. Toets 'TYPE': selectie van het accutype standaard-loodzuuraccu, Li-ion,
wintermodus/AGM of CAN-bus

6.2 | Foutmeldingen

LED: de accu is verkeerd aangesloten op het oplaadapparaat (polen
verwisseld).
LED: de accu is defect.
LED: het apparaat heeft een verhoogde binnentemperatuur vastgesteld.
Het oplaadproces is uitgeschakeld.
LED 'Fout' en LED 'Voorladen' knipperen: een diepontladen accu kon niet
binnen 24 uur een spanning van meer dan 5 V bereiken.
+
LED 'Fout' en LED '6 V' knipperen: de spanning van een correct
aangesloten 6V-accu is hoger dan 7 V. Er is een verkeerde spanning
+
geselecteerd of de accu is op de verkeerde spanning aangesloten. Nadat
6 V
u het oplaadapparaat kort van het netstopcontact hebt losgekoppeld, kunt
u de waarden voor 'MODE', '6 V/12 V' of 'TYPE' opnieuw opgeven.
LED 'Fout' en LED '12 V' knipperen: de spanning van een correct
aangesloten 12V-accu is hoger dan 14,3 V. Er is een verkeerde spanning
+
geselecteerd of de accu is op de verkeerde spanning aangesloten. Nadat
12 V
u het oplaadapparaat kort van het netstopcontact hebt losgekoppeld, kunt
u de waarden voor 'MODE', '6 V/12 V' of 'TYPE' opnieuw opgeven.
LED: er is een diepontladen 12V-accu gedetecteerd. Deze wordt
behoedzaam tot 5 V voorgeladen. Daarna start het normale oplaadproces.
LED 'knippert': Er is een gesulfateerde accu gedetecteerd. Het
apparaat heeft een desulfatieproces gestart. Daarna start het normale
oplaadproces.
91