Otto Bock 1C62 Triton Harmony Instructions For Use Manual page 96

Prosthetic foot
Hide thumbs Also See for 1C62 Triton Harmony:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 20
4.5  Verhoogde onderdruk controleren
Om te controleren of het Harmony® systeem de verhoogde onderdruk handhaaft, moet de mee-
geleverde manometer 755Z37 (apart verkrijgbaar via Otto Bock) tijdelijk worden aangesloten.
1. Maak hiervoor de kokeraansluiting los van het inlaatventiel van de Harmony® P3 pomp.
2. Sluit nu de slang van de manometer (korte zijde) aan op het inlaatventiel van de pomp en
sluit de loshangende kokeraansluiting aan op het open slangaanzetstuk van de manometer.
3. Laat de patiënt nadat het Harmony® systeem correct bij hem is aangebracht, in staande
houding de Harmony® P3 pomp bedienen om een onderdruk van 508-847 mbar (15-25 in
Hg) op te bouwen.
4. Daarna mag de pomp niet meer worden bediend. Indien de onderdruk gehandhaafd blijft,
functioneert het systeem goed. Indien de onderdruk afneemt, moet het systeem worden ge-
controleerd (zie hoofdstuk 4.5.1).
4.5.1 Lokalisatie van storingen in het systeem bij afnemende onderdruk
Om te bepalen of het verlies aan onderdruk optreedt in zone 1, 2 of 3 (afb. 11), moet de mano-
meter worden aangesloten (zie hoofdstuk 4.5). Ga daarna als volgt te werk:
Stroomdiagram:
Dicht het gat aan de binnenkant van de koker af met een klein stukje papier en luchtdichte tape
(bijv. pvc-tape). Bedien de pomp tot er een onderdruk van 508-847 mbar (15-25 in Hg) is be-
reikt. Bedien de pomp daarna niet meer en controleer of het vacuüm behouden blijft.
Vacuüm blijft behouden:
zone 2 en 3 zijn in orde
Controleer zone 1 (koker en kniekap) op lek-
Haal het T-stuk van de manometer af, sluit de manometer direct aan op het inlaatventiel (afb.
2, pos. I) en bedien de pomp tot er een vacuüm van 508-847 mbar (15-25 in Hg) is bereikt. Be-
dien de pomp daarna niet meer en controleer of het vacuüm behouden blijft.
Vacuüm blijft behouden:
zone 3 is in orde
Het probleem zit in de kokeraansluiting of in
de lijmverbinding tussen de kokeraansluiting
en de koker. Controleer de kokeraansluiting
op lekken en beschadigingen.
Vacuüm blijft behouden:
vervang de ventielen
96
ken
Vervang de ventielen en voer de controle nogmaals uit
Vervang de functiering
Vacuüm blijft niet behouden:
het probleem zit in zone 2 of 3
Vacuüm blijft niet behouden:
er is een probleem met de ventielen of de
functiering
Vacuüm blijft niet behouden:
het probleem zit in de functiering

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents