4.7.2 Zuurstofconcentratie meten (alleen ventielsysteem)
De zuurstofsensor kan alleen in combinatie met het ventielsysteem gebruikt worden.
Bij de meting wordt de zuurstofconcentratie over meerdere ademhalingen gemiddeld en
weergegeven. De meetwaarden zijn afhankelijk van de therapiedruk en van de
temperatuur van de omgeving en de ademlucht. Er is hier geen sprake van een FiO
maar van een gemiddelde waarde van de inspiratoire zuurstofconcentratie.
1
2
3
1
3
1. De adapter wordt in drie delen geleverd: de
zuurstofsensor (1), de T-adapter (3) en een
luchtgeleidingsadapter (2). Schroef de
luchtgeleidingsadapter op de zuurstofsensor.
3
2. Steek de zuurstofsensor (1) met de
luchgeleidingsadapter in de T-adapter (3).
3. Steek de T-adapter (3) op de uitgang van het
6
5
apparaat (5).
4. Sluit de sensor (1) met behulp van de kabel aan op de
zuurstofmeetbus (4).
5. Sluit het slangsysteem - indien noodzakelijk met
bacteriënfilter - aan, zoals weergegeven in de
afbeelding.
6. Kalibreer de zuurstofsensor (zie „7.3 Zuurstofsensor
4
kalibreren" op pagina 190).
Opstelling van het apparaat
-meting
2
NL
157