Wanneer bovendien een bevochtiger en/of een zuurstofsensor aangesloten moet worden,
moet een andere volgorde worden aangehouden.
Combinatie met een bevochtiger:
1. Sluit het bacteriënfilter direct aan op het therapieapparaat.
2. Sluit de bevochtiger aan op de uitgang van het bacteriënfilter.
3. Sluit het slangsysteem aan op de bevochtiger.
Combinatie met een zuurstofsensor:
1. Sluit de zuurstofsensor direct aan op het therapieapparaat.
2. Sluit het bacteriënfilter aan op de uitgang van de zuurstofsensor.
3. Sluit het slangsysteem aan op het bacteriënfilter.
Combinatie met een zuurstofsensor en een bevochtiger:
1. Sluit de zuurstofsensor direct aan op het therapieapparaat.
2. Sluit het bacteriënfilter aan op de uitgang van de zuurstofsensor.
3. Sluit de bevochtiger aan op de uitgang van het bacteriënfilter.
4. Sluit het slangsysteem aan op de bevochtiger.
4.7 Therapie met zuurstofinvoer
4.7.1 Zuurstof invoeren
Waarschuwing!
• Bij de invoer van zuurstof in de ademstroom is roken en open vuur verboden.
Er bestaat brandgevaar. De zuurstof kan zich in de kleding, het
beddengoed of in de haren afzetten. Het kan pas door grondig luchten
worden verwijderd.
• Gebruik voor de zuurstofinvoer uitsluitend de daarvoor bestemde aansluiting
van het therapieapparaat. Het therapieapparaat beschikt over een
veiligheidsventiel dat in geval van storing de zuurstoftoevoer afsluit. Anders
kan bij het optreden van een storing de zuurstofinvoer niet automatisch
beëindigd worden. Voer nooit via maskers of de T-adapter zuurstof in.
Aanwijzing:
De zuurstofinvoer over een niet hiervoor bestemde aansluiting heeft een foutieve
volume-indicatie tot gevolg omdat de zuurstofflow niet bij de meting kan worden
meegerekend.
Opstelling van het apparaat
NL
155