Johnson & Johnson DePuy Mitek ExpresSew II Manual page 28

3. Stoomsteriliseer de flexibiele
hechtdraadvoerder volgens de instructies
in het hoofdstuk STERILISATIE in deze
gebruiksaanwijzing.
4. Plaats de ExpresSew ll hechtnaald in de
flexibele hechtdraadvoerder door het scherpe
uiteinde van de naald in de achterzijde van het
instrument in te brengen (bij de handgreep)
met het merkteken naar boven. (Afbeelding 2)
5. Vergrendel de naald door de inkeping in de
naald op één lijn te brengen met de uitstulping
op de hechtdraadvoerder. (Afbeelding 2)
6. Houd de kaken gesloten en activeer de
naaldactiveringshendel EENMAAL om te
controleren of de naald uitschuift en intrekt.
GEBRUIKSAANWIJZING
1. Open de kaken van de ExpresSew ll
flexibele hechtdraadvoerder door op de
kaakontgrendelingsknop (afbeelding 1) te
drukken en plaats de hechtdraad in de punt
van het instrument, waarbij u erop moeten
letten dat de hechtdraad volledig naar het
proximale uiteinde van de opening aan de
punt van het instrument wordt getrokken.
(afbeelding 3). Alhoewel het niet noodzakelijk
is, kan de hechtdraad beter gehanteerd worden
als één van de uiteinden 1 tot 2 cm lang is.
AFBEELDING 3
G. Opening
WAARSCHUWING: Gebruik uitsluitend 2-0 tot
nr. 2 gevlochten chirurgisch hechtdraad met de
ExpresSew ll flexibele hechtdraadvoerder en de
ExpresSew ll hechtnaald.
Bij gebruik van het instrument voor open
chirurgie bevochtigt u het distale uiteinde van
de forceps met steriel water. Daarnaast slaat
u bij gebruik voor open chirurgie de volgende
instructies met betrekking tot de artroscopische
canule over.
2. Met de hechtdraad geplaatst en de kaken van
de flexibele hechtdraadvoerder gesloten en de
naald ingetrokken (zodat deze niet zichtbaar
is) voert u de flexibele hechtdraadvoerder
door de canule op naar de operatieplaats,
onder directe visualisatie. Houd de hechtdraad
enigszins aangespannen om te zorgen dat de
hechtdraad niet verward raakt of in de flexibele
hechtdraadvoerder vastraakt bij het doorvoeren
door de canule.
OPMERKING: De ExpresSew II flexibele
hechtdraadvoerder moet worden gebruikt met
een canule van 5mm of groter.
3. Als u gereed bent om de hechtdraad door
te voeren, opent u de kaken van de flexibele
hechtdraadvoerder en plaatst u deze op de
gewenste plaats om de hechtdraad door te
voeren. Sluit de kaken door deze stevig maar
VOORZICHTIG DICHT TE KLEMMEN. Als
er te veel kracht wordt uitgeoefend bij het
vastnemen van weefsel, wordt de doorgang
van de naald en de hechtdraad belemmerd.
Opmerking: Als er meer ruimte nodig is om de
kaken te openen, trekt u de canule in proximale
richting zodra het instrument zich in de bursa
bevindt.
4. Trek aan de naaldactiveringshendel om de
naald uit te schuiven. Hierdoor wordt de
naald/hechtdraad door het weefsel opgevoerd.
Als er aanzienlijke kracht nodig is om de
naald door te voeren, maakt u de greep op
het weefsel losser en probeert u het opnieuw.
Opmerking: In geval van een valse start, als de
naald gedeeltelijk in positie is gebracht, kan het
nodig zijn het instrument te verwijderen en de
hechtdraad opnieuw te plaatsen.
5. Na het doorvoeren van de hechtdraad laat u
de naaldactiveringshendel los, waardoor de
28