Aantrekkoppel - Riello NXHP Series Installation, Operation And Maintenance Instructions

5 - ONDERHOUD
Koudemiddelcircuit
■ Reinig de luchtwarmtewisselaars volledig met een lagedrukstraal
en een biologisch afbreekbaar reinigingsmiddel.
■ Controleer de bedrijfsparameters van de eenheid en vergelijk
deze met de vorige waarden.
■ Houd een onderhoudsregistratie bij van elke machine.
Bij al deze werkzaamheden moet men zich stipt aan de
veiligheidsvoorschriften houden: dragen van persoonlijke
beschermingsmiddelen, naleven van alle industrievoorschriften,
naleven van geldende lokale voorschriften en gezond verstand
gebruiken.
5.1.3 - Niveau 3 (of hoger) onderhoud
Voor het onderhoud op dit niveau zijn specifieke vaardigheden,
bevoegdheden, gereedschappen en kennis vereist en alleen de
fabrikant, zijn vertegenwoordiger of bevoegde agent mogen deze
werkzaamheden uitvoeren. Bij deze onderhoudswerkzaamheden
gaat het bijvoorbeeld om:
■ Het vervangen van een belangrijke component (compressor,
verdamper),
■ Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit (hanteren van
koudemiddel),
■ Veranderen van in de fabriek ingestelde parameters (verandering
van de toepassing),
■ Verwijderen of ontmantelen van de HVAC unit,
■ Werkzaamheden als gevolg van achterstallig onderhoud,
■ Werkzaamheden die onder de garantie vallen,
■ Een of twee lekcontroles per jaar met een gecertificeerde
lekzoeker en uitgevoerd door een gekwalificeerde technicus.
Om de hoeveelheid afval te beperken, moeten koudemiddel en
olie worden overgepompt conform de plaatselijke voorschriften
met behulp van methoden waarmee koudemiddellekkage en
drukverliezen worden beperkt en met materialen die voor deze
producten geschikt zijn.
Houd er altijd rekening mee dat elk contact met koudemiddel
kan leiden tot koudebrandwonden.
Wanneer er een lek wordt geconstateerd, moet dit direct worden
gerepareerd.
Cilinders niet overmatig vullen (niet meer dan 80% volume met
vloeistof vullen)
Overschrijd de maximale bedrijfsdruk van de cilinder niet, ook
niet tijdelijk. In geval van uitbedrijfname, mag het teruggewonnen
koudemiddel niet in een ander koudemiddelsysteem worden
gevuld, behalve wanneer dit is gereinigd en gecontroleerd.
De tijdens onderhoud overgepompte compressorolie bevat
koudemiddel en moet als zodanig worden behandeld.
Koudemiddel onder druk mag niet naar de atmosfeer worden
afgeblazen.
Als een koudemiddelcircuit is geopend, moet u alle openingen
met doppen afsluiten als de werkzaamheden niet langer dan
een dag duren, of voor langere periodes het circuit vullen met
stikstof.
Wanneer een storing aanwezig is die de veiligheid in gevaar kan
brengen, mag geen elektrische voeding worden aangesloten op
het circuit voordat dit is gerepareerd. Voordat het systeem
opnieuw wordt gevuld, moet er een druktest worden uitgevoerd
met het juiste spoelgas. Een daarop volgende dichtheidstest
moet worden uitgevoerd voordat de locatie wordt verlaten.
Vul het systeem altijd met de koudemiddelmassa die is vermeld
op de typeplaat.
306
OPMERKING:
Alvorens te beginnen met werkzaamheden aan systemen die
o n t v l a m b a r e k o u d e m i d d e l e n b e v a t t e n d i e n e n e r
veiligheidscontroles te worden uitgevoerd om ontstekingsgevaar
tot een minimum te beperken. Voor reparaties aan het
koelsysteem moet aan de volgende punten worden voldaan
alvorens te beginnen met de werkzaamheden.
De werkzaamheden moeten volgens een gecontroleerde
procedure worden uitgevoerd om risico's met betrekking tot
eventuele brandbare gassen of dampen te minimaliseren tijdens
de werkzaamheden.
Onderhoudspersoneel en anderen die in de directe omgeving
werken dienen instructies te ontvangen over de aard van de
werkzaamheden. Werkzaamheden in besloten ruimtes moeten
worden vermeden.
De ruimte moet vóór en tijdens de werkzaamheden worden
gecontroleerd met een geschikte koudemiddeldetector, zodat
de technicus zich bewust is van eventueel mogelijk giftige of
ontvlambare atmosferen. Zorg dat de gebruikte lekdetector
geschikt is voor gebruik met alle toepasselijke koudemiddelen.
In geval van werkzaamheden bij hoge temperatuur aan de
koelinstallatie of de bijbehorende onderdelen moeten er
geschikte brandblusapparaten aanwezig zijn. Zorg dat er een
droge poederblusser of CO
staat.
Personeel dat werkzaamheden aan een koelsysteem uitvoert
w a a r b i j l e i d i n g e n w o r d e n b l o o t g e l e g d m a g g e e n
ontstekingsbronnen gebruiken op een manier die tot brand- of
e x p l o s i e g e v a a r z o u k u n n e n l e i d e n . A l l e m o g e l i j k e
ontstekingsbronnen, inclusief het roken van sigaretten, moeten
op voldoende afstand worden gehouden van de plaats van
installatie, reparatie, verwijdering en afvoer, aangezien er
mogelijk koudemiddel zou kunnen vrijkomen. Vóór de
werkzaamheden moet de omgeving van de apparatuur worden
geïnspecteerd om te verifiëren of er geen brand- of
ontstekingsgevaar is. Er worden "Roken verboden" borden
opgehangen.
Wanneer de beschreven werkzaamheden foutief of niet worden
uitgevoerd, dan vervalt de garantie en is de fabrikant niet langer
aansprakelijk.

5.2 - Aantrekkoppel

Voor elke elektrische aansluiting die gebruik maakt van een
veerklemmenblok geldt een specificatie van het aantrekkoppel, met
uitzondering van die welke hieronder worden vermeld.
Gebruik adereindhulzen aan het uiteinde van elke kabel om
kortsluiting te voorkomen.
Schroef type
Aardschroef en aarding DIN-rails (x4) en PE-kabels (x2)
Transformator
Primaire en secundaire verbindingen
230/24Vac
Onderdelen van plaatmetaal,
Zelftappende schroef deflectorgroep op voorpaneel en
Kunststof schroef
Ventilatorschoepen assemblage op
Moer M5 linkse draad
Schroef M5x30
Moer M6 BPHE (units met één ventilator)
BPHE (units met twee ventilatoren)
Moer M8
en bevestiging van de ontvanger
Moer M8 Compressor bevestiging op basisbak
Moer M5
Obus Schrader-ventiel
Dop Schrader-ventiel
Moeren Waterpomp in- en uittredeleiding
waterleidingwerk
-brandblusser naast de laadruimte
2
Gebruik
elektrische componenten
Kunststof rooster
ventilatormotor
ventilatormotor
Aansluitklem compressor
Leidingstelsel
Leidingstelsel
aansluitingen
Waarde
(N.m)
2,7
0,5
3,0
5
5
5
45
45
10,5
1,5
0,35
2
40