2 - INSTALLATIE VAN DE EENHEID
2.1 - Algemeen
Voor de installatie van een NXHP 4-14-eenheid zijn de volgende
stappen noodzakelijk
1. Plaats het apparaat
2. Maak hydraulische verbindingen om het systeem te vullen met
water of brijnvloeistof
3. Maak elektrische verbindingen
4. Controleer op waterlekkages en controleer de regeling van het
waterdebiet
5. Controleer of alle panelen in positie zijn en goed zijn vastgezet.
Waarborg dat de ventilatorschoepbescherming is geïnstalleerd
en is vastgezet
6. Stel het apparaat ten slotte in bedrijf
2.2 - Transport en plaatsen van de unit
2.2.1 - Transport
Zie §1.2.1 - Veiligheidsinstructies voor montage.
Afbeelding 1: transportconfiguratie
In geval de unit moet worden gehesen zijn er minstens drie (3)
personen nodig voor de 004 - 010 units en vier (4) personen voor
de 012 - 014 units. In beide situaties moet er minstens één persoon
de ventilatorzijde optillen en de anderen de compressorzijde.
Door deze configuratie kan de belasting per heftoestel worden
beperkt tot 40 kg.
Afbeelding 2: losconfiguratie
LET OP: De hijsband moet altijd door de voet lopen.
Afbeelding 3: vorkheftruckpositie
2.2.2 - Plaatsen van de unit
In het geval de machine is opgesteld op een verhoging moet
deze gemakkelijk toegankelijk zijn voor onderhoud.
Raadpleeg altijd § 1.4. 'Afmetingen en benodigde vrije ruimte'
om er zeker van te zijn dat er voldoende ruimte is voor alle
aansluitingen en voor onderhoudswerkzaamheden. Zie voor
zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de
gewichtsverdeling de met de machine meegeleverde officiële
maatschetsen.
Voor normale toepassingen van deze units is geen
aardbevingsbestendigheid vereist. Bestendigheid tegen
aardbevingen is niet geverifieerd.
LET OP:
Breng de hijsstroppen alleen aan op de aangegeven hijspunten
(zie afbeelding 2 voor het lossen van de unit).
Controleer voordat de machine wordt geplaatst:
■ Dat de gebouwconstructie sterk genoeg is om het gewicht van de
unit te dragen.
■ Als de unit moet werken als warmtepomp in temperaturen
onder 0°C deze ten minste 300 mm boven de vloer moet staan.
Dit is nodig om ijsvorming op het frame van de unit te voorkomen
en ook om een correcte werking van de unit mogelijk te maken
op plaatsen waar de sneeuw deze hoogte misschien kan bereiken.
■ Dat de machine waterpas wordt geïnstalleerd op een vlak
oppervlak (maximale tolerantie is 5 mm in beide assen).
■ Dat er voldoende vrije ruimte is voor een onbelemmerde
luchtuittrede en voor onderhoud.
■ Er voldoende ondersteuningspunten zijn en dat deze zich op de
juiste plaatsen bevinden.
■ Het is verplicht 4 (vier) bouten van voldoende weerstand te
gebruiken in de 4 (vier) voetgaten.
■ De locatie kan niet onder water komen te staan.
■ Voor installaties buitenshuis, waar zware sneeuwval en lange
periodes van temperaturen onder nul normaal zijn, moeten
voorzieningen worden getroffen om sneeuwophoping te
voorkomen door de unit boven de hoogte van de normale
sneeuwophopingen. Bij hoge windsnelheden kan het plaatsen
van windschermen uitkomst brengen. Deze mogen de luchtintrede
uiteraard niet belemmeren.
■ BLT-opnemer, geplaatst op de batterij, mag niet worden
blootgesteld aan zonlicht of andere warmtebronnen.
■ Als de unit boven de vloer moet worden geïnstalleerd zorg dan
altijd voor geschikte wandsteunen en controleer of het toegestane
gewicht hoger is dan het gewicht van de unit.
263