Riello NXHP Series Installation, Operation And Maintenance Instructions page 301

Table of Contents

Advertisement

Available languages

Available languages

4 - WERKING
f - SWW schema
Raadpleeg  de  gebruikershandleiding  van  het  bedieningspaneel  of  de  parameters  van  het  SWW  bezettingsschema  (P720  tot  P732, 
zie § 7.1)
Voorbeelden van SWW schema
Stap #
MAA
1
X
2
X
3
X
4
1
2
3
MAA
DIN
WOE
DON
VRIJ
ZAT
ZON
Vak
Normale SWW setpoint
Warm tapwater Eco-setpunt
Anti-legionellaprogramma
Ruimte verwarmen/koelen
4.2.15 - Master / Slave
a - Installatie
Met een master/slave-installatie kunnen meerdere units parallel
worden aangesloten: een master-unit kan verschillende slave-units 
regelen.
Dit type installatie moet dezelfde unituitvoering bevatten (bijvoorbeeld 
allemaal 4 kW units of allemaal 12 kW units, maar geen combinatie 
van verschillende uitvoeringen).
Het master/slave bedrijf is niet compatibel met Sanitair Warm Water
productie.
A l l e e n   d e   m a s t e r   u n i t   k a n   w o r d e n   g e m o n t e e r d   m e t 
bedieningspaneelopties. Als de slave-units zijn besteld met een
bedieningspaneel, dan moet dit worden uitgeschakeld.
Een  extra  gemeenschappelijke  water  uittredetemperatuursensor 
moet  ter  plekke  worden  gemonteerd  op  de  gemeenschappelijke 
leidingen.
Accessoire
Weerstand = 5 kohm
Karakteristieken
Kabellengte = 15 m
Elektrische
- Zoe § 3.7 - Master/Slave-installatie
aansluitingen
- Zoe § 3.7 - Master/Slave-installatie
Instellingen
De  RS485  communicatiekabel  (apart  leverbaar)  moet  zijn 
aangesloten op elke unit.
Weekdag en feestdag
DIN
WOE
DON
X
X
X
X
X
X
X
X
X
4
5
6
7
8
9
VRIJ
ZAT
ZON
X
X
X
X
X
X
10
11
12
13
14
15
b - Regeling
Alle apparaten die zijn gemonteerd in dezelfde master/slave-groep
delen hetzelfde bedrijfstype en hetzelfde setpoint.
De master-unit is verbonden met een bedieningspaneel dat op
afstand kan zijn gemonteerd. Het "Master"-bedieningspaneel is het 
besturingspunt voor alle andere units in dezelfde master/slave-groep.
Dit  houdt  in  dat  het  bedrijfstype  (koeling/verwarming)  en  het 
watersetpunt dat is bepaald door de master wordt overgebracht naar 
de andere "slave"-units.
Wanneer  er  ten  minste  twee  units  zijn  geconfigureerd  in  de 
master/slave-groep,  dan  kan  worden  aangegeven  op  welke 
manier  de  compressoren  worden  gestart.  Er  zijn  drie 
compressorbesturingsmethodes beschikbaar.
Compressoren kunnen worden gestart:
Gebaseerd op adresconfiguratie: de master unit wordt eerst gestart. 
Daarna worden de slave-units in volgorde gestart (te beginnen met 
slave  1  en  eindigend  met,  bijvoorbeeld,  slave  3).  Bij  het  stoppen 
wordt de laatste slave het eerste gestopt – de Master is de laatste 
unit die stopt.
Volgens slijtagefactor: de units worden in volgorde gestart op basis 
van de slijtagefactor. Als de systeemvraag toeneemt, dan start het 
apparaat  met  de  laagste  slijtagefactor  het  eerst  en  wanneer  de 
systeemvraag  afneemt,  dan  stop  het  apparaat  met  de  hoogste 
slijtagefactor het eerst.
Gelijktijdig:  alle  units  starten  en  stoppen  op  hetzelfde  moment. 
Het verhogen of verlagen van de compressorfrequentie gebeurt op
alle apparaten gelijktijdig.
Zie  de  gebruiksaanwijzing  van  het  bedieningspaneel  meer 
bijzonderheden over het Master/Slave-pictogram op het
bedieningspaneel.
LET OP:
In het geval van een storing in de master/slave-communicatie,
zal de Master ofwel werken in de standalone modus ofwel blijft
hij doorgaan met werken met de andere slave-units die nog wel
communiceren. De betrokken Slave unit stopt al zijn
werkzaamheden.
Begintijd
Vak
X
02:30
X
15:00
X
20:30
X
06:00
16
17
18
19
20
21
Eindtijd
06:30
17:00
22:30
10:00
22
23
301

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Nxhp 004Nxhp 006Nxhp 008Nxhp 010Nxhp 012Nxhp 014

Table of Contents