2 - INSTALLATIE VAN DE EENHEID
Afbeelding 8: hydromodule met 1 pomp met variabele snelheid, lage beschikbare druk
Verklaring:
B
Automatische ontluchter
C
Stromingsschakelaar
D
Uitgang overdrukventiel
E
Wateruittredetemperatuurvoeler
F
Circulatiepomp
G
Plug om de vastgelopen pomp gangbaar te maken
H
Waterintredetemperatuurvoeler
Minimum en maximum drukken in het watercircuit voor een correcte werking van de apparaten.
Watercircuit
Toerengeregelde hydromodule
C
F
E
Minimum druk aan de zuigzijde van de pomp
om cavitatie tegen te gaan.
110 kPa (1,1 bar)
B
G
D
H
Maximum druk aan de zuigzijde van de pomp
voor het openen van de veerveiligheid
300 kPa (3 bar).
(1)
269