2 - INSTALLATIE VAN DE EENHEID
2.4 - Elektrische aansluitingen
Zie de bij de unit meegeleverde gecertificeerde Carrier maatschetsen. De unit moet worden geïnstalleerd volgens de nationale
bedradingsvoorschriften.
2.4.1 - Elektrische voeding
De elektrische voeding moet overeenkomen met de specificatie op
de kenplaat van de warmtepomp. De voedingsspanning moet liggen
binnen de limieten aangegeven in de tabel met elektrische gegevens.
Zie voor aansluitingen de elektrische schema's en de officiële
maatschetsen.
LET OP:
Als standaard beveiliging, is het verplicht een hoofdschakelaar
te installeren waarmee de voedingsspanning van de eenheid
kan worden uitgeschakeld.
Houd de bedradingsvolgorde aan om elektrische schokken te
vermijden.
30
30
Opmerking: aanbevolen schroevendraaiers voor het bedraden
- 5 x 1 mm vlakke schroevendraaier (blok bedieningsapparaat)
- 2 x 0,5 mm vlakke schroevendraaier (blok bedieningsapparaat)
2.4.2 - Aanbevolen aderdiameters
Het dimensioneren van de elektrische bekabeling is de
verantwoordelijkheid van de installateur en is afhankelijk van de
specifieke kenmerken van een project en de plaatselijke voorschriften.
Het onderstaande is slechts bedoeld als richtlijn. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor eventuele schade die hieruit zou kunnen
voortvloeien. Nadat de bekabeling is gedimensioneerd moet de
installateur, met behulp van de meegeleverde officiële maatschets,
zorgen voor een gemakkelijke aansluiting en modificaties aangeven
die op het werk moeten worden uitgevoerd.
De standaard aansluitklemmen voor het aansluiten van de
voedingskabels van de klant zijn ontworpen voor het aantal en type
van de draden die in de tabel hieronder zijn aangegeven.
270
Afbeelding 9: voedingaansluitpunt
10
10
40
10
10
60
Het gebruik van een ATEX hoofdschakelaar is verplicht wanneer
deze wordt geïnstalleerd op minder dan één meter afstand van
de eenheid.
Alleen het zijpaneel moeten worden verwijderd tijdens de
installatie van de unit. Het bovenpaneel mag nooit worden
verwijderd.
Nadat de unit in bedrijf is gesteld, mag de hoofdstroom alleen
worden afgekoppeld voor kort onderhoud (voor een dag
maximaal). Voor langere onderhoudswerkzaamheden of
wanneer de eenheid buiten bedrijf wordt gesteld en wordt
opgeslagen (bijv. tijdens de winter of wanneer de eenheid geen
koeling hoeft te genereren), het watercircuit en de
waterwarmtewisselaar moeten worden afgetapt.
Deze unit is uitgerust met elektrisch aangedreven
veiligheidsinrichtingen. Om effectief te zijn moet de unit na
installatie altijd onder elektrische spanning staan, behalve
tijdens onderhoud.
Elektrische aansluitingen klant - 1-f
Elektrische aansluitingen klant - 3f
De berekeningen van de gunstige en ongunstige situaties worden
gemaakt door de maximaal mogelijke stroom te gebruiken van elke
unit (zie de tabellen met de elektrische gegevens voor de unit).
De berekening is gebaseerd op met PVC of XLPE geïsoleerde kabels
met koperen geleiders. Gerekend is met een maximum
omgevingstemperatuur van 46°C. De gegeven draadlengte beperkt
het spanningsverlies tot < 5% (lengte L in meter - zie tabel hieronder).
BELANGRIJK:
Vóór het aansluiten van de voedingskabels (L1 - L2 - L3 - N - PE
of L1 - N - PE) op de klemmenstrook moet u, voordat u de
aansluitingen maakt, verplicht de correcte volgorde van
de 3 fases controleren, alsmede de goede aansluiting van de
nuldraad (als de nuldraad niet correct is aangesloten, kan de
unit onherstelbare schade oplopen).