Otto Bock 8E38-6 Instructions For Use Manual page 39

de DMC sturing en zijn voorbereid om gebruikt te worden met de accu's Ottobock EnergyPack
757B20/757B21.
Twee onafhankelijke meet- en regelsystemen sturen zowel de grijpsnelheid als de proportionele
grijpkracht. De grijpsnelheid en de grijpkracht worden bepaald door de hoogte van het spiersi-
gnaal. Daardoor komt het grijpproces natuurlijker over en is het zacht vastpakken van breekbare
voorwerpen geen probleem.
De DMC plus sturing is ondergebracht in een zwarte behuizing met een zwarte instel-regelaar.
De coaxiaalbus resp. de handkabel van de hand is met een bruine ring gemarkeerd.
De systeem-elektrohanden met DMC plus-besturing moeten worden aangestuurd met de elektro-
den 13E125, 13E200 of 13E202.
Via een functiestekker kunt u kiezen uit twee bedrijfsmodi. De systeem elektrohand wordt
geleverd met de functiestekker in de DMC-modus.
6 Aan- en uitschakelen van de Systeem-Elektrohand
6.1 Grootte 7
De aan- en uitknop wordt bediend door drukken van de vinger op de cosmetische handschoen.
Een tijdvertraging verhindert een onwillekeurig in werking stellen. Om de gewenste functie te ac-
tiveren dient de knop ca 1 seconde worden ingedrukt (afb. 8).
6.2 Grootte 7¼, 7¾, 8¼
Door het indrukken door de cosmetische handschoen heen, kan de in de zwarte behuizing gelegen
geïntegreerde aan-/uitschakelaar worden bediend.
Op de handrug: functie AAN
Bij de duim: functie UIT
7 Bedrijfsmodi
Let op !
De genoemde afbeeldingen gelden voor alle maten.
Voor een optimale aanpassing aan de patiënt zijn er twee programmavarianten mogelijk,
die door middel van de functiestekker 13E185 kunnen worden uitgekozen:
7.1 Functiestekker aangesloten (af fabriek)
De functie is identiek aan de bekende DMC sturing (afb.1, afb. 2). De grijpsnelheid en de grijp-
kracht worden exact door de hoogte van het spiersignaal bepaald. Wanneer de kracht van het
spiersignaal verandert, passen de grijpsnelheid en de grijpkracht zich meteen en proportioneel
aan het gewijzigde spiersignaal aan.
7.2 Functiestekker niet aangesloten (afb. 3, afb. 4):
De grijpsnelheid en de grijpkracht worden exact door de hoogte van het spiersignaal bepaald.
Wanneer de kracht van het spiersignaal verandert, passen de grijpsnelheid en de grijpkracht zich
meteen en proportioneel aan het gewijzigde spiersignaal aan, echter na een keer vastgrijpen met
maximale kracht wordt de inschakeldrempel in de richting openen op een hogere waarde gebracht.
Door deze verhoging vermindert het risico, dat de hand zich door onwillekeurige spiersignalen
opent. De grijpzekerheid - bv bij het eten - wordt daardoor verhoogd.
(afb. 8)
(afb. 9)
Ottobock | 39