Beschrijving; Gebruiksdoel; Bijzonderheden Van De Carbonveer; Indicaties En Contra-Indicaties - Otto Bock 17CF1 Instructions For Use Manual

1 Beschrijving

1.1 Gebruiksdoel

De Ottobock Ankle Seven carbonveer maakt het mogelijk lichte onderbeenprothesen te vervaar-
digen die kunnen worden blootgesteld aan een hoge dynamische belasting. Door de speciale
constructie wordt er bij het neerzetten van de hiel energie in de carbonveer opgeslagen en wordt
deze energie bij het optillen van de tenen weer afgegeven, waardoor de orthesedrager op een
natuurlijke manier kan lopen en daarvoor minder energie nodig heeft. De orthese heeft geen me-
chanisch orthesescharnier en valt daarom onder de scharnierloze orthesen.

1.2 Bijzonderheden van de carbonveer

Bij de vormgeving van de carbonveer is uitgegaan van dorsale plaatsing en een natuurlijke, naar
buiten gerichte stand van de voet van 7° (zie tekening 1). Bij vervaardiging van het gipsmodel
en opbouw in overeenstemming hiermee betekent dit voor de patiënt gewoonlijk een nagenoeg
fysiologische uitrichting van de voet tijdens het lopen (zie tekening 2). Doordat de carbonveer in
de buigzone naar buiten is gericht, kan deze bijdragen tot een goede afwikkeling van de voet.

1.3 Indicaties en contra-indicaties

De carbonveer is uitsluitend bedoeld als onderdeel van beenorthesen en is geïndiceerd bij de
volgende functiestoornissen:
uitval of zwakte van de spieren die meewerken aan het heffen en/of laten zakken van de voet,
zwakte van de spieren die meewerken aan het strekken van de knie (spierstatus volgens Janda
voor de kniestrekker >3), bijv. spina bifida en andere neuromusculaire aandoeningen, posttrau-
matische toestanden.
Niet geïndiceerd is toepassing van de carbonveer bij een horrelvoet met een verkorting van meer
dan 25 mm, bij sterke spasticiteit en bij andere oorzaken van een sterk verminderd loopvermogen.
De te kiezen veersterkte van de carbonveer is afhankelijk van het lichaamsgewicht en de activi-
teitsgraad volgens de onderstaande classificatie. Voorwaarde is dat de patiënt kan lopen. Voor
actieve orthesedragers die hardlopen, moet de veer sterker zijn dan voor orthesedragers die
minder actief zijn.
INFORMATIE
De vermelde classificatie geldt voor enkel-voetorthesen (AFO's).
Bij gebruik van de carbonveer voor knie-enkel-voetorthesen (KAFO's) kan het nodig zijn van de
classificatie af te wijken.
Keuze van de carbonveren volgens de classificatie voor AFO's
Lichaamsgewicht
tot 100 kg
tot 90 kg
tot 80 kg
tot 70 kg
tot 60 kg
tot 50 kg
tot 40 kg
70 | Ottobock
Activiteitsgraad
Normale activiteit
17CF1=L/R1
17CF1=L/R2
17CF1=L/R3
17CF1=L/R4
17CF1=L/R5
17CF1=L/R6
17CF1=L/R8
Hoge activiteit
17CF1=L/R1
17CF1=L/R1
17CF1=L/R2
17CF1=L/R3
17CF1=L/R4
17CF1=L/R5
17CF1=L/R7
Veerbreedte
30 mm
30 mm
30 mm
30 mm
30 mm
25 mm/ 30 mm
25 mm
17CF1