8.4 Prothesecomponenten beheren
In deze app kunnen verbindingen met maximaal vier verschillende prothesecomponenten worden
opgeslagen. Een prothesecomponent kan op hetzelfde moment echter altijd maar met één eind
apparaat of afstandsbediening verbonden zijn.
Voor het opbouwen van de verbinding moet rekening worden gehouden met de volgende
punten:
•
De Bluetooth-functie van de prothesecomponent moet ingeschakeld zijn.
Als Bluetooth uitgeschakeld is, kan dit worden ingeschakeld door de prothese ondersteboven
te houden (de voetzool moet naar boven zijn gericht) of de acculader aan te sluiten en weer
los te koppelen. Daarna is Bluetooth gedurende ca. 2 minuten ingeschakeld. In deze tijd moet
de app worden gestart, zodat er verbinding kan worden gemaakt. Desgewenst kan de Blue
tooth-functie van de prothese daarna ingeschakeld blijven (zie pagina 322).
•
De Bluetooth-functie van het eindapparaat moet ingeschakeld zijn.
•
Het eindapparaat mag niet in een "vliegtuigmodus" (offline-modus) staan waarin alle draadlo
ze verbindingen uitgeschakeld zijn.
Het eindapparaat moet een internetverbinding hebben.
•
•
Het serienummer en de PIN-code van de prothesecomponent waarmee verbinding wordt
gemaakt, moeten bekend zijn. Deze zijn te vinden op de meegeleverde Bluetooth PIN card.
Het serienummer begint met de letters "SN".
INFORMATIE
Neem contact op met uw orthopedisch instrumentmaker indien u de Bluetooth PIN card, waar
op zich de pincode en het serienummer van de prothesecomponent bevinden, heeft verloren.
8.4.1 Prothesecomponent toevoegen
1) Raak in het hoofdmenu het symbool aan.
→ Het navigatiemenu wordt geopend.
2) Raak in het navigatiemenu de optie "Componenten beheren" aan.
3) Raak in het volgende beeldscherm de knop "Component toevoegen" aan.
→ Nu verschijnt het scherm "Voorbereiding", waarin het serienummer van de prothesecom
ponent moet worden ingevoerd. Dit begint met de letters "SN".
4) Volg de verdere instructies op het beeldscherm op.
5) Na het invoeren van de pincode wordt er verbinding gemaakt met de prothesecomponent.
→ Tijdens het opbouwen van de verbinding klinken er 3 piepsignalen en verschijnt het sym
bool
.
Als er verbinding is, verschijnt het symbool
→ Nadat er met succes verbinding is gemaakt, worden de gegevens uit de prothesecompo
nent uitgelezen. Dit kan ongeveer een minuut duren.
Daarna verschijnt het hoofdmenu met de naam van de prothesecomponent waarmee er
verbinding is.
INFORMATIE
Voer de volgende stappen uit wanneer het niet mogelijk is om de verbinding met de prothese
component op te bouwen:
►
Wis de prothesecomponent uit de Cockpit App, indien deze zich in de app bevindt (zie
hoofdstuk 'Prothesecomponent verwijderen')
►
Voeg de prothesecomponent opnieuw in de Cockpit App toe (zie hoofdstuk 'Prothesecom
ponent toevoegen')
8.4.2 Prothesecomponent verwijderen
1) Raak in het hoofdmenu het symbool aan.
314
.