Download Print this page

Craftsman 25084 Instruction Manual page 13

Advertisement

A
1. Veiligheidsregels
A
Veilige
bedieningsmethoden
voor zittrekkers
BELANGRIJK:
DEZE MAAIMACHINE
KAN HANDEN EN VOETEN AMPUTEREN
EN VOORWERPEN
WEGSLINGEREN.
HET
NIET OPVOLGEN
VAN DEZE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
KAN ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
@
I. TRAINING
Lees de instructies
aandachtig.
Zorg dat u vertrouwd
bent met de bedieningselementen
en het juiste gebruik
van de machine.
Laat kinderen of mensen die niet bekend zijn met de
instructies,
de maaimachine
niet gebruiken.
Het is
mogelijk dat plaatselijke voorschriften een beperking
stellen aan de leeftijd van de bestuurder.
Maai nooit terwijl mensen, vooral kinderen, of huisdieren
in de buurt zijn.
Bedenk dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk
is voor ongelukken of nsico's die andere mensen of hun
eigendommen kunnen overkomen.
Alle bestuurders
dienen vakkundige
instructies te
ontvangen. Bij dergelijke instructies dient de nadruk te
worden gelegd op:
- de noodzaak voor aandacht en eoncentratie bij bet
werken met zittmkkers;
- een zittrekker die op een helling wegglijdt, kan niet
onder controle worden gehouden door te remmen.
De hoofdredenen voor besturingsverlies zijn:
a) onvoldoende houvast;
b) te snel rijden;
c) ontoereikend remmen;
d) bet soort machine is niet geschikt voor de taak;
e) gebrek aan kennis van het effect van bodemconditiee,
vooral hellingen;
f) verkeerd vastkoppelen en verkeerde verdeling van
de lading.
II, VOORBEREIDING
Draag tijdens het maaien alti d stevige schoenen en een
lange broek. Gebruik de machine niet blootsvoets of
terwijl u open sandalen draagt.
Inspecteer de plek waar de machine zal worden gebruikt,
grondig en verwijder alle voonNerpen die door de ma-
chine kuenen worden weggeslingerd.
WAARSCHUWING
- Benzine is licht oeh,lambaar.
Bewaar brandstof in blikken die speciaal voor dat
doel zijn bestemd.
- Tank alieen buiten en rook niet tijdens het tanken.
- Tank voordat u de motor start. Draai de dop nooit van
de benzinetank af oftank nooit terwijl de motor draait
of beet is.
AIs benzine is gemorst, probeer de motor dan niet
te starten maar haa! de machine van de plaats
vandaan waar u benzine heeft gemorst en zorg dat
u geen ontstekingsbron teweeg brengt totdat de
benzinedampen
zijn verdreven.
- Draai de dop van alle brandstoftanks en -blikken weer
goed vast.
Vervang defecte geluiddempers.
Inspecteer
vo6r het gebruik altijd of de messen,
mesbouten
en
maai-inrichting
niet versleten
of
beschadigd
zijn. Vervang versleten of beschadigde
messen en bouten in sets om het evenwicht in stand te
houdee.
Op machines met meerdere messen dient u eraan te
denken dat het draaien van een mes andere messen kan
doen draaien.
III. BEDIENING
Laat de motor niet draaien in een besloten ruimte wear
gevaarlijke
koolmonoxydedampen
zich
kunnen
verzamelen.
Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht.
Voordat
u de motor
gaat
starten,
moet
u alle
meshulpstukkoppelingen
uitschakelen
en near de
vnjloop schakelen.
Gebruik de trekker niet op hellingen van meer dan 10 °.
Denk eraan dater geen "veilige" hellingen bestaan. Bi
het rijden
op hellingen
met gras dent
men extra
voorzichtig te zijn. Zo zorgt u ervoor dat de trekker niet
omslaat:
- stop en start niet plotseling bij het op- of afrijden van
een helling.
- schakel de koppeling
langzaam
in, houd de ma-
chine altijd in de versnelling,
vooral bij het afrijden
van een heuvel;
- de snelheid van de machine dient op hellingen en
in scherpe bochten laag te worden gehouden;
- kijk uit voor bulten en kuilen en andere verborgen
gevaren;
- maai nooit dwars op de helling tenzij de maaier voor
dit doel is ontworpen.
Wees voorzichtig
bij het trekken van ladingen of het
gebruik van zwaar materieel.
- Gebruik alleen goedgekeurde
aanhaakpunten
voor
eee trekstang.
- Beperk de lading tot hetgeen u veilig kunt hanteren.
-Maak
geen scherpe bochten. Wees voorzichtig
bij
achteruit
rijden.
- Gebruik
contragewicht(en)
of wielgewichten
wanneer dat in de handleiding
wordt aangeraden.
Kijk uit voor het verkeer wanneer u de weg oversteekt of
zich nabij een weg bevindt.
Stop de messen voordat u andere oppervlakken
dan
gras oversteekt.
Voer bij bet gebruik van hulpstukken bet materiaal nooit
af in de richting van omstanders en laat niemand in de
buurt van de machine komen terwijl deze in bedrijf is.
Gebruik
de
maaimachine
nooit
met
defecte
beschermkappen
en
schermen
of
zonder
beveUigingsindchtingen
op hun pleats.
Verander de instelling van de motorregelaar
eiet en laat
de motor niet met te hoge toeren draaien. Ats de motor
met te hoog toerental draait, kan bet risico van lichamelijk
letsel groter worden.
Voordat u de bestuurdersstoel
verlaat:
- de aftakas
uitschakelen
en de hulpstukken
neerlaten;
-naar
de vrijloop
schakelen
en de parkeerrem
inschakelen;
- de motor stoppen en de sleutel verwijderen.
Schakel de aandrijving naar de hulpstukken uit, stop de .
motor en maak de bougiekabel(s)
los of verwijder het
contactsleuteltje,
- voordat
u opgehoopt
materiaal
weghaalt
of een
verstopte afvoer leeg maakt;
- voordat u de maaimachine controleert, schoonmaakt
of eraan werkt;
13

Advertisement

loading