Kärcher HDS 13/20 De Tr1 Operating Manual page 82

Opslag
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel en beschadiging! Het
gewicht van het apparaat bij opbergen in
acht nemen.
Vervoer
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
Gbruik aanhanger
Tip: De chauffeur die het rekkende voer-
tuig op de openbare weg rijdt, moet zich er-
van verzekeren, dat hij in het bezit is van
het hiervoor betreffende vereiste rijbewijs
(rijbewijsklasse).
GEVAAR
Bij het transport van de aanhanger in het
openbare verkeer met halfvolle watertank
kan het bij extreme stuurbewegingen of
remsituaties tot slingeren of zelfs tot omval-
len van de aanhanger komen.
 Watertank helemaal vullen of helemaal
leegmaken. Niet met een halfvolle wa-
tertank bewegen.
 Motorkap en achterklep sluiten.
 Hoogte van de zwenkarm met het
steunwiel op de hoogte van de aan-
hangwagenkoppeling van het trekkend
voertuig afstellen.
 Breektouw aan het trekkend voertuig
bevestigen.
A
A Aanhangerkoppeling geopend
B Aanhangerkoppeling gesloten
 Trekkend voertuig aankoppelen: Kop-
pelingshendel naar boven trekken
(openen), koppelstang op de kogel zet-
ten, koppelingshendel naar beneden
drukken (sluiten), totdat deze horizon-
taal t.o.v. de koppelstang ligt.
 Stekkerverbinding van de voertuigver-
lichting insteken.
 Steunwiel met de zwengel naar boven
draaien.
 Erop letten, dat het steunwiel in ingere-
den positie in de richting van de aan-
hanger wijst.
82
 Wiggen aan de wielen verwijderen en in
de houders steken.
 Parkeerrem losmaken.
 Remlichten, richtingaanwijzers, achter-
lichten en kentekenverlichting van het
apparaat of functioneren controleren.
 Bandenloopvlak controleren op voor-
werpen die in het profiel terechtgeko-
men zijn.
 Toestand van de banden controleren.
 Luchtdruk van de banden controleren,
zie Onderhoudswerken.
Tip: Plaatselijk geldende snelheidsbeper-
kingen voor voertuigen met aanhanger in
acht nemen en naleven.
Kraantransport
Veiligheidsaanwijzingen voor het
kraantransport
GEVAAR
Verwondingsgevaar door vallend apparaat.
– Houd de plaatselijke voorschriften voor
ongevallenpreventie en de desbetref-
fende veiligheidsvoorschriften in acht.
– Vóór elk kraantransport moet het hijs-
toestel gecontroleerd worden op be-
schadigingen.
– Het apparaat mag alleen aan het hijs-
oog opgeheven worden.
– Hijsinrichting beveiligen tegen onbe-
doeld loskomen van de last.
– Tijdens het hijsproces geen voorwer-
pen op het toestel transporteren.
– Het apparaat mag alleen met de kraan
getransporteerd worden door personen
die vertrouwd zijn gemaakt met de be-
diening van de kraan.
– Niet onder de last gaan staan.
– Erop letten dat er zich in de gevarenzo-
ne van de kraan geen personen bevin-
B
den.
– Apparaat niet zonder toezicht aan de
kraan laten hangen.
NL
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar! Apparaat, toevoerlei-
dingen, hogedrukslang en aansluitingen
moeten in een perfecte toestand zijn. In-
dien de toestand niet perfect is, mag het
apparaat niet gebruikt worden.
Apparaat opstellen en uitrichten
LET OP
Om oververhitting van het apparaat te ver-
mijden, moet de opstellingsplaats voldoen-
de verlucht zijn.
LET OP
Gevaar voor storingen en schades aan het
apparaat. Het apparaat moet bij gebruik
horizontaal uitgericht zijn.
– Opstelplaats zo kiezen, dat de uitlaat-
gasopening niet afgedekt wordt.
 Parkeerrem vastzetten.
 Steunwiel met de zwengel naar bene-
den laten.
 Breektouw van het trekkend voertuig
losmaken.
 Stekkerverbinding voertuigverlichting
eruit halen en in daarvoor bestemde
plaats aan de dissel steken.
 Apparaat met de wiggen tegen wegrol-
len zekeren.
 Trekkend voertuig afkoppelen.
 Apparaat met het steunwiel horizontaal
uitrichten.
 Oliepeil van de motor controleren.
Apparaat niet in bedrijf nemen, als het olie-
peil gedaald is onder „MIN".
 Indien nodig olie navullen.
(zie Instandhouding en Onderhoud)
 Oliepeil op het oliekijkglas van de tus-
senkast controleren
 Indien nodig olie navullen.
(zie Instandhouding en Onderhoud)
 Oliepeil op het oliereservoir van de ho-
gedrukpomp controleren.
 Indien nodig olie navullen.
(zie Instandhouding en Onderhoud)
 Vloeistofpeil van de koelvloeistof in het
expansievat motorkoelwater bij koude
motor controleren. Het vloeistofpeil
moet tussen MIN en MAX liggen.
 Zo nodig koelvloeistof bijvullen.
(zie Instandhouding en Onderhoud)
 Anti-vriesmiddelconcentratie in het ex-
pansievat controleren.
 Zo nodig anti-vriesmiddel bijvullen.
(zie Instandhouding en Onderhoud)
6
-
Inbedrijfstelling
Motor
Tussenkast
Hogedrukpomp
Koelvloeistof