Download Print this page

COMPANION 25387 Instruction Manual page 13

Advertisement

1. Veiligheidsregels
&
Veilige bedieningsmethoden
voor zittrekkers
BELANGRIJK:
DEZE MAAIMACHINE
KAN HANDEN EN VOETEN AMPUTEREN
EN VOORWERPEN
WEGSLINGEREN.
HEr
NIET OPVOLGEN VAN DF__ZE VEtLIGHEIDSINSTRUCTIES
KAN ERNSTIG OF DODEUJK LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
I. Training
Lees de instructies aandachtig. Zorg dat u vertreuwd bent
met de bedieningselementen en het juiste gebruik van de
machine.
Laat kinderen of mensen die niet bekend zijn met de
instructies, de maaimachine niet gebruiken. Het is mogelijk
dat plaatselijke voomchriften een beperking stellen aan de
°
leeftijd van de bestuurder.
Maai nooit terwijl mensen, vooret kinderen, of huisdieren
in de buurt zijn.
Bedenk dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk
is
voor ongelukken
of risico's die andere mensen of hun
eigendommen
kunnen overkomen.
Alle
bestuurders
dienen
vakkundige
instructies
te
ontvangen.
Bij dergelijke
instructies dient de nadrek te
worden gelegd op:
- de noodzaak
voor aandacht
en concentratie
bij her
werken met zittrekkers;
- een zittrekker
die op een helling wegglijdt,
kan niet
onder contrele worden gehouden
door te remmen.
De hoofdredenen voor besturingsvedies
zijn:
a) onvoldoende
houvast;
b) te snel rijden;
c) ontoereikend remmen;
°
d) het soort machine is niet geschikt voor de taak;
e) gebrek aan kennis van het effect van bodemconditiea,
vooral hellingen;
f) verkeerd vastkoppelen en verkeerde verdeling van de
lading.
II. Voorbereiding
Draag tijdens het maaien alti d stevige schoenen en een
lange broek. Gebru k de machine niet blootsvoets of terwijl
u open sandalen draagt.
Inspecteer de plek waar de machine zal worden gebruikt,
kgrendig en verwijder alle voo_verpen die door de machine
unnen worden weggeslingerd.
WAARSCHUWING
- Benzine is licht ontvlambaar.
- Bewaar brandstof in blikkan die speciaal veor dat doel
zijn bestemd.
- Tank alleen buiten en rook niet tijdens het tanken.
- Tank voordat u de motor start. Oraai de dop nooit van
de benzinetank af of tank nooit terwijl de motor draait
of heet is.
- AIs benzine is gemorst, probeer de motor dan niet te
starten maar haal de machine van de plaats vandaan
waar u benzine heeft gemorst en zorg dat u geen
ontstekingsbron
teweeg
brengt
totdat
de
benzinedampen
zijn verdreven.
- Draai de dop van alle brandstoftanks en -blikken weer
goed vast.
Vervang defecte geluiddempers.
Inspecteerv66r het gebruik altijd of de messen, mesbouten
en maai-indchting
niet versletan of beschadigd
zi n.
Vervang ve_leten
of beschadigde messen en bouten in
sets om het evenwicht in stand te houden.
Op machines met meerdere
messen dient u erean te
denken dat het draaien van edn mes andere messen kan
doen draaien.
III. Bediening
Laat de motor niet draaien in een besloten ruimte waar
gevaarlijke
koolmonoxydedampen
zich
kunnen
verzamelen.
Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht.
Voordat
u de
motor
gaat
starten,
moet
u alle
meshuipstukkoppelingen
uitschakelen en naar de vrijloop
schakelen.
Gebruik de trekker niet op hellingen van meer dan 10°.
Denk eraan dater geen "veilige" hellingen bestaan. Bijhet
rijden op hellingen met gras dient men extra voo=ichtig
te zijn. Zo zorgt u ervoor dat de trekker niet omslaat:
- stop en start niet plotseling bij het op- of afrijden van
een helling.
- schakel de koppeling langzaam in, houd de machine
altijd in de versnelling, vooral bij het afrijden van een
heuvel;
- de snelheid van de machine dient op hellingen en in
scherpe bochten laag te worden gehouden;
-
kijk uit voor bulten en kuilen en andere verborgen
gevaren;
-
maai nooit dwars op de helling tenzij de maaier voor
dit doel is ontworpen.
Wees voor-zichtig bij het trekken van ladingen of het
gebruik van zwaar materieel.
- Gebruik alleen goedgekeurde aanhaakpunten voor
een trekstang.
-
Beperk de lading tot hetgeen u veilig kunt hanteren.
-
Maak geen scherpe bochten. Wees voorzichtig bij
achteruit rijden.
-
Gebruik contragewicht(en)
of wielgewichten
wanneer
dat in de handleiding
wordt aangeraden.
Kijk uit voor het verkeer wanneer u de weg oversteekt of
zich nabij een weg bevindt.
Stop de messen voordat u andere oppervlakken dan gras
oversteekt.
Voer bij her gebruik van hulpstukken het materiaal nooit
af in de richting van omstanders en laat niemand in de
buurt van de machine komen terwijl deze in bedrijf is.
Gebruik
de
maaimachine
nooit
met
defecte
beschermkappen
en
schermen
of
zonder
beveiligingsindchtingen
op hun plaata.
Verander de instelling van de motorregelaar
niet en laat
de motor niet met te hoge toeren draaien. AIs de motor met
te hoog toerental draait, kan her dsico van lichamelijk
letsel greter worden.
Voordat u de bestaurdersstoel
verlaat:
- de aftakas uitschakelen en de hulpstukken needaten;
- naar de vrijloop
schakelen
en de parkeerrem
inschakelen;
- de motor stoppen en de sleutel verwijderen.
13

Advertisement

loading