Otto Bock Helix3D 7E10 Instructions For Use Manual page 158

De volgorde van de stappen waarin de basisopbouw plaatsvindt, komt overeen met de nummering in de sche­
matische opbouwtekening.
De basisopbouw van de prothese dient plaats te vinden in een opbouwapparaat (bijv. de L.A.S.A.R. Assembly
743L200). Zorg ervoor dat het heupscharnier volledig gestrekt is (zie pag. 13) en ga als volgt te werk:
1
Positioneer het midden van de voet ca. 30 mm voor de opbouwlijn. Dit geldt voor alle aanbevolen pro-
thesevoeten, onafhankelijk van de opbouwadviezen in de gebruiksaanwijzingen van de voeten!
2
Stel de effectieve hoogte van de hak van de schoen + 5 mm en de exorotatie van de voet in.
3
Klem het kniescharnier met de daaraan gemonteerde buisadapter vast. Positioneer het opbouwreferentiepunt
(= knieas) ca. 0 – 5 mm voor de opbouwlijn. Houd rekening met de afstand van de knie tot de grond en met
de exorotatie van de knie (de stopbitklem van de L.A.S.A.R. Assembly stelt deze hoek standaard in op ca. 5°).
Aanbevolen positionering van het opbouwreferentiepunt: 20 mm boven de contralaterale kniespleet. Verbind
de voet met behulp van de buisadapter met het modulaire kniescharnier. Kantel het scharnier daartoe in de
juiste stand en stel de vereiste buislengte in.
4
Verbind het Helix heupscharnier en het kniescharnier met elkaar met een klemadapter en een buis.
3D
Afhankelijk van de voor het Helix
welke klemadapter geschikt is.
LET OP
Beschadiging door het niet reinigen/afbramen. Voorafgaand aan de definitieve montage (voordat de buisadap­
ter in de klemadapter wordt geschoven) moeten de binnenkant van de klemadapter en de buitenkant van de
buisadapter over de lengte waarover beide onderdelen in elkaar worden geschoven, worden gereinigd met
634A3 (aceton)!
Zorg ervoor dat de op maat gezaagde buis bij de montage volledig vrij is van bramen.
5
Stel het scharnier door nastelling van de klemadapter zo in dat de gevonden bekkenkorf­referentielijn 35 mm
voor de opbouwlijn en parallel aan deze lijn komt te lopen. Zorg er daarbij voor dat het heupscharnier in maxi­
male extensie blijft. In het frontale vlak moet de opbouwlijn door het midden van de beide bevestigingsbouten
van de ingietplaat lopen.
6
Zorg ervoor dat de bovenste, achterste heupscharnieras in het transversale en frontale vlak parallel aan de
kniescharnieras komt te lopen.
Bij gebruik van de C­Leg: Voer de basisinstelling van de C­Leg uit zonder dat de patiënt de prothese draagt
(zero­setting, maximale belasting en standfasedemping instellen op de maximumwaarde, zie ook gebruiks­
aanwijzing 647G268). Deze veiligheidsinstellingen zijn alleen bedoeld voor de eerste sta­proeven en de eerste
stappen naar de L.A.S.A.R. Posture met de patiënt.
Bij gebruik van de Genium: Ook de Genium moet voor de eerste stappen naar de L.A.S.A.R. Posture en ook
tijdens de eerste instellingen van het scharnier geblokkeerd zijn. Dit moet door de technicus worden gerealiseerd
door naar het tabblad Opbouw, subthema Statisch (zog. meting statische opbouw) te gaan. Het scharnier is
dan geblokkeerd.
158 | Ottobock
heupscharniersysteem gekozen schijf 4X189=D/GB kan worden bepaald
3D
Helix