Renault RC8D Owner's Manual page 55

Brandstofinjectie (Injection)
Hogedruk inspuitpomp
(brandstofpomp)
De verschillende afsteliingen van de pomp (afstelling en opbrengst) zijn in
de fa:briek op de proefbank afgesteld en mogen
worden.
In het geval dat men het motorcarter of de brandstofpomp vervangt, moet de
afstelling door een Renault marine Couach agent herzien worden (in dit ge­
val importeur R.m.C. Verschuur B.V.).
Verstuiver
De afstellingsdruk van de verstuiverG<;) is op de fabriek uitgevoerd en kan
door R.m.C. Verschuur gecontroleerd worden: inspuitdruk zie technische
gegevens. Het is echter mogelijk om
troleren.
Haal de verstuiverhouder in zijn geheel uit de cylinderkop en draai deze
180° om. Sluit de verstuiver vervolgens weer op de hogedrukleiding aan,
zodat de verstuiver recht omhoog gerioht staat.
Draai de motor vervolgens met bet startkoord 6f de slinger en kijk of de
brandstof goed verstoven wordt.
Als de brandstof in een straaltje of in druppels uit de verstuiver komt,
nodig dat deze gecontroleerd wordt door R.m.C. Verschuur B.V.
Natrekken van de cylinderkop
Het natrekken van de cylinderkopbouten moet gebeuren na de
25 uren draai-uren van de nieuwe motor, of na het vervangen van de cylin­
derkoppakking. Trek de bouten kruiselings aan, beginnende aan de kant van
de klepstoters.
(Voor type RC16D zie schema) . Aantrekmoment zie technische gegevens.
Attentie !
De Renault motoren zijn altijd uitgerust met een z.g.n. nat-uitlaatsysteem,
d.w.z. het koelwater dat uit de motor komt, wordt d.m.v. een water-injectie­
stuk op de motor in de uitlaat gei"njecteerd, waama bet water met de uit­
laatgassen afgevoerd wordt.
Indien door een of andere oorzaak de motor niet wil aanslaan en er
durig
gestart wordt, b.v. + 10 a 15
tenboordkraan dicht te zetten, daar andera bet uitlaatsysteem zo vol met
water komt te staan, dat het water via de uitlaatldep
kan komen .
Vergeet vooral niet, indien de motor aanslaat, om de buitenboordkraan te
openen ! !
20
absoluut niet veranderd
,
...
zelf de vorm van de verstuiving te con­
is
eerste
lang­
x achter elkaar, is het zaak om de bui­
in de mptor-cylinder
ELECTRISCH SYSTEEM
RCSD
1: Accu
2: Regulateur
3: Condensator
4: Alternator
5: Temperatuurgever
6: Startmotor
7: Stekker
8: 3-polige contrastekker
9: Beschermhoezen
het
10: Hoofdschakelaar
11: Stekker (contra)
12: Dashbord
13: Hoofdschakelaar op
±
dashbord
14: Stopknop
15: Startknop
16: Laad-controlelamp
17: Temperatuurmeter
18: Laadonderbreker
van de alternator
19: Hoes
20: --
(Circuit electrique)
RC12D
RC16D
1: Accu
1: Accu
2: Regulateur 2: Regulateur
3: Condensator
3: Condensator
4: Alternator
4: Alternator
5: Temperatuurgever
5: Temperatuurgever
6: Startmotor 6: Startmotor
7: Stekker 7: Stekker
8: 3-polige contrastekker
8: Stekker
9: Beschermhoezen 9: Beschermhoezen
10: Hoofdschakelaar 10: Hoofdschakelaar
11: Stekker (contra}
11: Oliedrukgever
12: Dashbord
12: Electromagnetische
stop
13: Hoofdschakelaar op 13: Toerentellergever
dashbord (geen standaard)
14: Stopknop
14: Kabelkous
15: Startknop 15: Dashbord
16: Laad-controlelamp 16: Dashbordhoofd-
schakelaar
17: Temperatuurmeter 17: Stopschakelaar
18: Laadonderbreker
18: Oliedruklamp
van de alternator
19: Hoes 19: Startknop
20: -- 20: Laad-controlelamp
21