Grundfos SP Series Installation And Operating Instructions Manual page 246

3. Hijs het pompgedeelte op door middel van leidingklemmen die
aan de persleiding zijn gemonteerd. Zie afb. 21.
Afb. 21 Het in positie tillen van de pomp
4. Plaats het pompgedeelte boven op de motor.
5. Plaats de moeren en draai ze vast. Zie de tabel hieronder.
Zorg ervoor dat het verbindingsstuk tussen pomp en
Voorzichtig
motor goed aansluit.
De bouten en moeren die de riemen naar de pomp stevig vastma-
ken moeten kruiselings worden aangedraaid tot aan de volgende
aanhaalmomenten:
Bout/moer
M8
M10
M12
M16
SP 215, 50 Hz, met meer dan 8 trappen
SP 215, 60 Hz, met meer dan 5 trappen
Draai de moeren kruiselings vast tot aan de volgende aanhaal-
momenten bij het bevestigen van de motor aan het pompge-
deelte:
Diameter van de spanband
5/16 UNF
1/2 UNF
M8
M12
M16
M20
Zorg ervoor dat de pompkamers na montage precies
Voorzichtig
goed zitten.
7.2 Verwijderen en aanbrengen van de kabelgoot
Als de kabelgoot op de pomp is vastgeschroefd dient deze te
worden verwijderd en met schroeven te worden bevestigd.
Zorg ervoor dat de pompkamers na montage van de
Voorzichtig
kabelgoot precies goed zitten.
246
7.3 Aansluiten van de onderwaterkabel
7.3.1 Grundfos motoren
Alvorens de onderwaterkabel op de motor aan te sluiten, dient u
ervoor te zorgen dat de kabelsok schoon en droog is.
Om het aansluiten van de kabel te vergemakkelijken kunt u de
rubberen delen van de kabelplug insmeren met een niet-gelei-
dende siliconenpasta.
Draai de schroeven waarmee de kabel wordt bevestigd aan tot
het volgende aanhaalmoment [Nm]:
MS 402:
MS 4000:
MS 6000:
MMS 6:
MMS 8000:
MMS 10000: 18
MMS 12000: 15
7.4 Stijgbuis
Houd de pomp alleen bij de perskamer vast als gereedschap
zoals een buizentang met ketting wordt gebruikt voor montage
van de stijgbuis aan de pomp.
De schroefdraadverbindingen aan de stijgbuis moeten allemaal
goed passend zijn zodat ze niet los gaan zitten wanneer ze
onderworpen worden aan torsiekrachten veroorzaakt door het in-
en uitschakelen van de pomp.
De schroefdraad aan het eerste deel van de stijgbuis die in de
pomp moet worden geschroefd dient niet langer te zijn dan de
schroefdraad in de pomp.
Als lawaai via het leidingwerk op het gebouw kan worden overge-
bracht adviseren we om kunststof leidingen te gebruiken.
N.B.
Wanneer kunststof leidingen worden gebruikt dient de pomp te
Aanhaalmoment
worden geborgd met een onbelaste spandraad die wordt beves-
[Nm]
tigd aan de perskamer van de pomp. Zie afb. 22.
18
35
45
120
150
Aanhaalmoment
[Nm]
Afb. 22 Het bevestigen van de hijsdraad
18
Voor het aansluiten van een pomp op een kunststof leiding dient
50
een flexibele koppeling te worden gebruikt.
18
Als gebruik wordt gemaakt van leidingen met flenzen, dan dienen
70
de flenzen te zijn voorzien van sleuven voor de onderwaterkabel
150 en een waterindicatieslang (indien aangebracht).
280
7.5 Maximale installatiediepte onder waterpeil [m]
Grundfos MS 402:
Grundfos MS 4000: 600
Grundfos MS 6000: 600
Grundfos MMS:
Franklin motoren:
2,0
3,0
4,5
20
18
Alleen voor 4" pompen adviseren we kunststof leidin-
gen.
150
600
350