Grundfos SP Series Installation And Operating Instructions Manual page 238

5.1.2 Grundfos MS 6000 motoren
• Als de motor vanuit de opslag wordt geleverd, controleer dan
het niveau van de motorvloeistof voordat u de motor aan de
pomp monteert. Zie afb. 3.
• Wanneer pompen direct door Grundfos worden geleverd, dan
is het niveau al gecontroleerd.
• Controleer het niveau bij het servicen. Zie afb. 3.
De vulopening voor de motorvloeistof bevindt zich aan de boven-
zijde van de motor.
1. Plaats de onderwaterpomp zoals weergegeven in afb. 3.
De vulschroef moet zich op het hoogste punt van de motor
bevinden.
2. Verwijder de schroef uit de vulopening.
3. Injecteer vloeistof in de motor met behulp van de vulspuit tot-
dat de vloeistof uit de vulopening loopt. Zie afb. 3.
4. Draai de schroef weer stevig vast in de vulopening voordat u
de pomp verplaatst.
Aanhaalmoment: 3,0 Nm.
De onderwaterpomp is nu gereed om te worden geïnstalleerd.
Afb. 3 Motorpositie tijdens het vullen - MS 6000
5.1.3 Grundfos MMS 6, MMS 8000, MMS 10000 en MMS 12000
motoren
1. Plaats de motor onder een hoek van 45 °, met het bovenstuk
van de motor naar boven. Zie afb. 4.
2. Draai de stop (A) los en plaats een trechter in het gat.
3. Giet kraanwater in de motor totdat de motorvloeistof binnen in
de motor bij A naar buiten begint te lopen.
Voorzichtig
Gebruik geen motorvloeistof, omdat deze olie bevat.
4. Verwijder de trechter en plaats de stop terug (A).
Voordat de motor na een lange periode van opslag
aan de pomp wordt gekoppeld: smeer de asafdich-
Voorzichtig
ting door een paar druppels water toe te voegen en
de as te draaien.
De onderwaterpomp is nu gereed om te worden geïnstalleerd.
A
Afb. 4 Motorpositie tijdens het vullen - MMS
238
45°
45°
5.1.4 Franklin motoren van 3 kW en hoger
Controleer het niveau van de motorvloeistof in Franklin 4" en 6"
motoren door de afstand te meten van de bodemplaat tot aan het
ingebouwde rubberen membraan. De afstand kan worden geme-
ten door een meetlat of een klein staafje door het gat te steken tot
het membraan wordt aangeraakt. Zie afb. 5.
Voorzichtig
Wees voorzichtig, en beschadig het membraan niet.
Afb. 5 Het meten van de afstand van bodemplaat tot mem-
braan
De onderstaande tabel laat de juiste afstand zien van de buiten-
zijde van de bodemplaat tot aan het membraan:
Motor
Franklin 4", 0,25 - 3 kW
(fig. 6a)
Franklin 4", 3 - 7,5 kW
(fig. 6b)
Franklin 6", 4-45 kW
(fig. 6c)
Franklin 6", 4-22 kW
(fig. 6d)
6a
6c
Afb. 6 Franklin motoren
Als de afstand niet juist is, voer dan een aanpassing uit zoals
beschreven staat in paragraaf 5.1.5 Franklin
Afstand
Afmeting
[mm]
A 8
B 16
C1 35
C2 59
6b
6d
motoren.