Otto Bock C-Brace Instructions For Use Manual page 206

► Wanneer de schoenveters boven de enkel te strak worden aangetrokken, wordt het veerele­
ment al in de onbelaste toestand gebogen. Hierdoor kunnen voor de besturing belangrijke
sensorsignalen vervalst raken.
► Bind bij hoge schoenen de veters niet te strak in het enkelbereik.
VOORZICHTIG
Verkeerd zitten van de frameconstructie
Vallen/huidirritaties als gevolg van onvoldoende steun/ondersteuning door de frameconstructie.
► Doe de frameconstructie onmiddelijk af en breng deze opnieuw aan.
► Neem de aanwijzingen voor het aanbrengen en afdoen in acht.
VOORZICHTIG
Beklemd raken van de huid in het bereik van de sluitingen
Verwondingen en stuwingen door een storing van de bloedcirculatie van de huid in het bereik
van de sluitingen.
► Trek de sluitingen bij het aanbrengen niet te strak aan.
VOORZICHTIG
Schommelingen in het volume van het been of problemen met de pasvorm
Verwondingen, wrijving of drukverschijnselen doordat de pasvorm van de bovenbeenschalen
niet helemaal goed is (te vast/te los).
► Bij sensibiliteitsstoornissen en huidbeschadigingen is er extra aandacht nodig voor de pas­
vorm. Controleer de huid dagelijks.
► Raadpleeg ook bij lichte symptomen van huidbeschadigingen uw arts of orthopedisch instru­
mentmaker.
► Als het product niet goed meer past als gevolg van gewichtstoename of -afname, laat dan
aan de hand van een nieuwe gipsafdruk nieuwe bovenbeenschalen en onderbeenschalen
maken.
► Controleer het been op drukplekken.
VOORZICHTIG
Product met de verkeerde hakhoogte gebruiken
Vallen door veranderd activatiegedrag van de zwaaifase als gevolg van een verkeerde hakhoog­
te.
Gebruik het product uitsluitend met schoenen die dezelfde hakhoogte hebben als bij de eer­
►
ste keer passen werd vastgelegd.
4.7 Aanwijzingen voor het verblijf in bepaalde omgevingen
VOORZICHTIG
Verblijf in de buurt van sterke magnetische en elektrische storingsbronnen (bijv. dief­
stalbeveiligingssystemen en metaaldetectoren)
Vallen door onverwacht gedrag van het product als gevolg van een storing in de interne data­
communicatie.
206