Grundfos SRP Installation And Operating Instructions Manual page 185

50 hz
Hide thumbs Also See for SRP:
Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 7
7.1 Motorbeveiliging
De pompen worden met het volgende type motorbeveiliging gele-
verd:
Standaard SRP pompen bevatten drie bi-metalen PTO thermi-
sche schakelaars (PTO = Protection Thermique á Ouverture).
Zie afb. 17.
Explosieveilige SRP pompen bevatten drie PTC sensoren (tem-
peratuursensoren) overeenkomstig DIN 44 081. Zie afb. 18.
Functie van thermische schakelaars
De motor is beveiligd tegen oververhitting d.m.v. drie in serie
geschakelde thermische schakelaars, één schakelaar in elke wik-
keling.
Wanneer de maximale wikkelingtemperatuur is bereikt, dan opent
de schakelaar de kring en schakelt de motor uit.
Wanneer de wikkelingen tot normale temperatuur zijn afgekoeld,
dan sluit de schakelaar de kring en kan de motor opnieuw worden
ingeschakeld. Handmatig opnieuw inschakelen is nodig.
Zie bedradingschema in afb. 17, paragraaf
7.5 Bedradingschema's.
Thermische schakelaars (F6)
Twee geleiders (klemmen 11 en 12).
Maximale bedrijfspanning van schakelaar: 250 V.
Maximale schakelstroom: 2,5 A bij cos φ = 1.
Uitschakeltemperatuur: 150 °C.
Functie van PTC sensoren
De motor is beveiligd tegen oververhitting d.m.v. drie in serie
geschakelde thermische sensoren, één in elke wikkeling.
Bij oververhitting schakelt de motor uit. Automatisch opnieuw
inschakelen is in dit geval niet toegestaan. Dit vereist een ther-
mistorversterkerrelais met vergrendeling in het stuurstroomcircuit
van de motorschakelaar.
Zie bedradingschema in afb. 18, paragraaf
7.5 Bedradingschema's.
ϑ1, ϑ2, ϑ3: PTC sensoren:
Twee geleiders (klemmen 31 en 32).
Maximale spanning op de aansluitklemmen:
= 2,5 V (AC/DC).
U
max.
Weerstand tussen klem 31 en 32:
- bij kamertemperatuur R = 150 t/m 750 Ω.
- bij uitschakeltemperatuur (130 °C) R ≥ 4000 Ω.
Voor het uitvoeren van een verbindingstest op
klemmen 31 en 32 mag de testspanning niet meer
N.B.
dan 2,5 V (AC/DC) bedragen.
Gebruik een ohmmeter voor de test.
Waarschuwing
Explosieveilige pompen moeten worden
beschermd tegen te hoge temperaturen met
behulp van PTC temperatuursensoren. De tempe-
ratuursensoren moeten worden aangesloten op
een gecertificeerde signaalomvormer.
7.2 Bescherming van de tandwielkast
De tandwielkast wordt gecontroleerd op binnendringing van water
d.m.v. een geïntegreerde leksensor.
Als de controlefunctie nodig is, dan dient de leksensor te worden
aangesloten op een Grundfos relais van type ALR-20/A-Ex.
Het ALR-20/A-Ex relais moet apart worden besteld.
Productnummer: 96489569.
Waarschuwing
Explosieveilige pompen moeten worden aange-
sloten op het Grundfos relais van type ALR-20/A
Ex.
Classificatie: II (2)G [Ex ib] IIC
Productnummer: 96489569
De kabel tussen het relais en de pompen mag
N.B.
maximaal 50 m lang zijn.
Gebruik voor langere afstanden een aanvullende afgeschermde
kabel. Een externe alarmmelder, indien nodig, moet worden aan-
gesloten op de potentiaalvrije uitgangen, resp. klemmen 1 en 3 of
4. Maximale belasting: 250 V, 5 A.
Waarschuwing
Als de voedingskabel naar de sensor wordt ver-
lengd, dan moet worden voldaan aan de
ATEX-richtlijn alsmede aan de EN 60079-0 en
EN 60079-14 normen voor een intrinsiek veilig
circuit.
De klemaansluitingen van de intrinsiek veilige en
de niet-intrinsiek veilige circuits moeten worden
gescheiden en duidelijk te onderscheiden zijn.
De gebruiker dient ervoor te zorgen dat al het
installatiewerk is gedaan overeenkomstig de rele-
vante normen.
Wanneer het ALR-20/A-Ex relais aangesloten is gaat een stroom
van maximaal 10 mA door de leksensor (klemmen 21 en 22).
In het geval dat water in de oliekamer binnendringt, dan geeft het
relais een alarmmelding af en/of schakelt de motor uit.
Zie bedradingschema in afb. 17 of 18,
paragraaf 7.5 Bedradingschema's.
Leksensor
Twee geleiders (klemmen 21 en 22).
Maximale bedrijfspanning: Ongeveer 12 V.
Maximale stroomsterkte: 1 tot 10 mA.
Ga als volgt te werk om de gevoeligheid van het ALR-20/A relais
aan te passen:
1. Draai aan de instelschroef (pos. a) op het relais tot het sig-
naallampje (pos. b) brandt.
2. Draai de instelschroef in de tegenovergestelde richting tot het
signaallampje uitgaat.
3. Draai de instelschroef 60° verder (in dezelfde richting als
onder punt 2).
185

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents