Herkennen Van De Inrichtingen; Herkennen Van De Standen Van Opening En Sluiting Van De Deur; Controle Van De Manoeuvre Van De Deur - Nice Spin Series Instructions And Warnings For The Fitter

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1

4.2) Herkennen van de inrichtingen

Nadat de stroomtoevoer is aangesloten dient u ervoor te zorgen dat
de besturingseenheid de op de ingangen BlueBUS en STOP aange-
sloten inrichtingen herkent. Voordat deze fase begint, knipperen de
ledlampjes L1 en L2 om aan te geven dat de procedure voor het her-
kennen van de inrichtingen dient te worden uitgevoerd.
!
Het herkennen van de inrichtingen dient uitgevoerd te
worden ook al is er geen enkele inrichting aangesloten.
1. Druk op de toetsen [s] en [Set] en houd die ingedrukt.
2. Laat de toetsen los wanneer de ledlampjes L1 en L2 heel snel gaan knipperen (na circa 3s)
3. Wacht enkele seconden totdat de besturingseenheid met het herkennen van de inrichtingen klaar is
4. Na afloop hiervan dient het ledlampje STOP te blijven branden, terwijl de ledlampjes L1 en L2 uit zullen gaan (eventueel zullen nu de led-
lampjes L3 en L4 gaan knipperen)
Het herkennen van de aangesloten inrichtingen kan op elk gewenst moment worden uitgevoerd, ook na de installatie als er bijvoorbeeld een inrichting zou
worden toegevoegd; voor het uitvoeren van een nieuwe herkenningsfase gelieve u paragraaf "7.3.4 Herkennen van andere inrichtingen" te raadplegen.
4.3) Herkennen van de standen van opening en
sluiting van de deur
Nadat de inrichtingen herkend zijn, dient de besturingseenheid de
standen van opening en sluiting van de deur te herkennen. In deze
fase wordt de loop van de deur vanaf de mechanische stop in sluit-
stand tot die van de openingsstand gemeten.
Controleer dat de riem goed aangespannen is en dat de twee
mechanische stops goed geblokkeerd zijn.
1. Haak de wagen vast.
2. Druk op de toetsen [t] en [Set] en houd die ingedrukt.
3. Laat de toetsen weer los wanneer de manoeuvre begint (na ongeveer 3s)
4. Wacht totdat de besturingseenheid de herkenningsfase uitvoert: sluiting, opening en opnieuw sluiting van de deur.
5. Trek aan het kabeltje om een complete openingsmanoeuvre uit te voeren.
6. Trek opnieuw aan het kabeltje om de sluitmanoeuvre uit te voeren.
Tijdens deze manoeuvres slaat de besturingseenheid de kracht nodig voor het openen en sluiten in het geheugen op.
Als na de herkenningsfase de ledlampjes L3 en L4 knipperen, betekent dit dat er een fout is opgetreden; zie paragraaf "7.6 Oplossen van problemen".
Het is van belang dat deze eerste manoeuvres niet worden onderbroken, b.v. door een instructie STOP.
Mocht dat toch gebeuren dan dient u de herkenningsfase opnieuw vanaf punt 1 uit te voeren.
De herkenningsfase van de standen kan op ieder gewenst moment opnieuw uitgevoerd worden, ook na de installatie (bijvoorbeeld als één van
de mechanische stops verplaatst wordt); het is dan voldoende de handelingen vanaf punt 1 uit te voeren.
!
Als tijdens het zoeken van de standen de riem niet genoeg aangespannen is, kan de riem over het rondsel glijden. Mocht dit zich voor-
doen, dan dient u onmiddellijk de herkenningsprocedure te onderbreken door op de toets [Stop] te drukken; de riem aan te spannen door de
moer M8 (D) vast te schroeven zoals op afbeelding 11 te zien is; en vervolgens de herkenningsprocedure vanaf punt 1 opnieuw uit te voeren.

4.4) Controle van de manoeuvre van de deur

Na het herkennen van de openings- en sluitstanden is het raadzaam
enkele manoeuvres uit te voeren om te controleren of de deur cor-
rect beweegt..
1. Druk op de toets [Open] om de instructie voor de manoeuvre
"Open" te geven; controleer of de deur regelmatig open gaat zon-
der verandering van snelheid; pas wanneer de deur tussen de 30
en 20 cm van de mechanische stop van de openingsstand ver-
wijderd is, zal hij langzamer moeten gaan lopen en tot stilstand
komen op 2÷3 cm vanaf de stop.
2. Druk op de toets [Close] om de instructie voor de de manoeuvre
"Sluit" geven ; controleer of de deur regelmatig open gaat zonder ver-
andering van snelheid; pas wanneer de deur tussen de 30 en 20 cm
van de mechanische stop van de sluitstand verwijderd is, zal hij lang-
zamer moeten gaan lopen en tot stilstand komen tegen de mecha-
nische stop van de sluitstand. Daarna wordt er een korte openings-
manoeuvre uitgevoerd om de spanning van de riem te halen.
180
37
38
3. Controleer dat het knipperlicht (indien aanwezig) tijdens de
manoeuvres met een frequentie van 0,5s aan en 0,5s uit knippert.
4. Voer meerdere openings- en sluitmanoeuvres uit om te beoorde-
len of er eventuele montage- of afstellingsdefecten zijn, of ande-
re onregelmatigheden zijn, zoals punten met een grotere wrijving
5. Controleer dat de reductiemotor, de geleiderail en de mechani-
sche stops solide, stevig en duurzaam bevestigd zijn ook wan-
neer er zich een plotselinge toename of afname in de beweging
van de deur voordoet.

Advertisement

Table of Contents
loading

This manual is also suitable for:

Spin21kceSpin30Spin20kceSn6031Sn6041Spin40

Table of Contents