Otto Bock 1C20 ProSymes Instructions For Use Manual page 55

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 12
3) Plaats de koker in het ingietanker en lijn deze uit.
Plaats de markeringslijn in het vooraanzicht in het mediale eenderde deel van de prothese­
voet.
Lijn in het sagittale aanzicht het posterior liggende kokeruiteinde in een natuurlijke lijn uit met
de hiel.
4) Pas de armen van het ingietanker met het zetijzer aan de vorm van de stomp aan (zie afb. 10).
5) Ruw het distale uiteinde van de koker op.
6) Reinig het ingietanker met een ontvettend reinigingsmiddel.
7) Dek de prothesevoet af om te voorkomen dat deze vuil wordt.
8) Maak een stroperig mengsel van zegelhars en talkpoeder.
9) Breng het mengsel van zegelhars en talkpoeder aan op het ingietanker en op de koker zodat
kleine hoogteverschillen worden weggewerkt.
10) Plaats de koker op het ingietanker, richt deze uit en laat het mengsel van zegelhars en talk­
poeder uitharden.
11) Neem de prothese uit het opbouwapparaat.
12) Maak een stroperig mengsel van zegelhars en talkpoeder.
13) Breng het mengsel van zegelhars en talkpoeder ter versteviging aan op het gedeelte van de
armen van het anker en strijk het glad (zie afb. 11).
14) Laat het mengsel van zegelhars en talkpoeder uitharden.
15) Omwikkel het gedeelte met de armen van het anker rondom met glasvezeltape of Cellacast en
zet het veilig weg.
5.2.4 Voetovertrek monteren
Benodigd gereedschap en materiaal:
>
voetovertrek, schuimplastic voor plaatsing in de lege ruimte van de voorvoet, schuurgereed­
schap
1) Schuur het schuimplastic voor opvulling van de lege ruimte van de voorvoet op maat.
2) Optioneel: snijd de voetovertrek in het proximale gedeelte bij en schuur deze glad om de
overtrek aan te passen aan de vorm van de koker.
3) Trek de voetovertrek over de prothesevoet tot de overtrek vastzit op de veer van de hiel en
schuif het schuimplastic in het gedeelte van de voorvoet.
5.3 Dynamische afstelling tijdens het passen
Controleer en corrigeer de protheseopbouw tijdens de dynamische passessie. Als de prothese­
voet een meer laterale stand moet krijgen, moet het ingietanker op de prothesevoet opnieuw wor­
den aangebracht.
>
De patiënt is erover ingelicht dat de bevestiging van de voet op de protheseschacht slechts
provisorisch is.
1) Controleer de lengte van de prothese en de uitlijning van de prothesevoet.
2) Indien nodig: stel de uitlijning van de prothesevoet in (zie pagina 55).
5.3.1 Prothesevoet uitrichten
De plaatsing van de voet op de prothesekoker kan worden ingesteld door verschuiving van het
ingietanker. De volgende aanpassingen kunnen worden uitgevoerd:
Plantaire flexie/dorsale extensie: ±6 °
Rotatie: ±30 °
Adductie/abductie: ±6 °
Benodigd gereedschap en materiaal:
>
momentsleutel 710D4
1) Draai de bout met fijn schroefdraad los tot het ingietanker kan worden verschoven.
2) Stel de instelhulp in voor maximale plantaire flexie naar anterior of voor maximale dorsale
extensie naar posterior (zie afb. 2).
3) Zorg dat de instelhulp in de geleidegroef vastklikt.
55

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents