Snapper NX100 Operator's Manual page 151

Problemen oplossen
Probleem
Motor start niet met startkoord
Motor slaat af of stopt na lopen
Motor verliest vermogen
Overmatig trillen
Maaier beweegt niet
Tractieverlies
Gras wordt niet goed gemaaid
Slechte grasafvoer
Olielekkage
Mogelijke oorzaak
1. Brandstoftank leeg.
2. Bougiekabel niet aangesloten.
1. Maaibladhendel wordt losgelaten of wordt niet stevig
genoeg tegen de hendel aangehouden.
2. Brandstoftank leeg.
3. Luchtvoorfilter of lucht filter van de motor vervuild.
4. Bougie defect of elektrodenafstand niet goed ingesteld.
5. Water, vuil of oude brandstof in het brandstof systeem.
1. Voorfilter of luchtfilter van de motor vervuild.
2. Bougie defect.
3. Water, vuil of oude brandstof in het brandstof systeem.
1. Beschadigd, niet goed uitgebalanceerd of verbogen maai
blad.
2. Losse maaibladonderdelen.
3. Luchtvering zit los of ontbreekt (indien aanwezig).
4. Beschadigde of gerafelde riem.
1. Vuil hoopt zich op of rondom de onderdelen van de wiel
aandrijving.
2. Aangedreven schijf slipt.
3. Aandrijfriem moet worden vervangen.
4. Transmissie beschadigd.
1. Maaihoogte is te hoog of te laag.
2. Motortoerental te laag.
3. Voorwaartse rijsnelheid te hoog.
4. Zijwaarts schuin maaien.
5. Overmatig schuine stand van het maaidek, van voren
naar achteren.
6. Maaiblad stomp of beschadigd.
1. Toerental te hoog.
2. Snelheid te hoog.
3. Gras is nat.
4. Ernstig versleten of beschadigd maaiblad.
5. Opeenhoping van gemaaid gras en vuil onder het
maaidek.
6. Verkeerd maaiblad op het dek gemonteerd.
7. Maaiblad verkeerd op het dek gemonteerd.
1. Lekkage motorblok.
2. Aftapplug zit los.
3. Peilstok of olievuldop zit los.
Oplossing
1. Vul de brandstoftank met verse brandstof.
2. Plaats de bougiekabel op de bougie.
1. Maaibladhendel moet tijdens het gebruik van de maaier
altijd stevig tegen de hendel worden vastgehouden.
2. Vul de tank met brandstof tot aan het juiste peil.
3. Verwijder al het vuil.
4. Voer onderhoud uit aan de bougie.
5. Tap het brandstofsysteem af en reinig het.
1. Reinig of vervang de filters.
2. Voer onderhoud uit aan de bougie.
3. Tap het brandstofsysteem af en reinig het.
1. Onderhoud maaiblad.
2. Pleeg onderhoud aan de losse delen en zet ze vast.
3. Vervang de luchtvering. Draai aan met juiste
aanhaalmoment.
4. Vervang de riem.
1. Verwijder het vuil.
2. Reinig of vervang de aangedreven schijf.
3. Vervang de aandrijfriem.
4. Raadpleeg een erkende dealer.
1. Pas de maaihoogte aan.
2. Zet toerentalschakelaar in de stand "Fast" (snel).
3. Kies met de aandrijfhendel een lagere snelheid.
4. Stel de maaihoogte af met de maaihoogte hendels.
5. Stel de maaihoogte af met de maaihoogte hendels.
6. Snijranden slijpen of maaiblad vervangen.
1. Zet toerentalschakelaar in de stand "Fast" (snel).
2. Kies met de aandrijfhendel een lagere snelheid.
3. Maai als het gras droog is.
4. Onderhoud maaiblad.
5. Reinig het maaidek.
6. Monteer het juiste maaiblad.
7. Monteer maaiblad correct.
1. Raadpleeg een erkende dealer.
2. Controleer en draai de aftapplug vast.
3. Zorg dat de peilstok en olievuldop goed vastzitten.
151