Snapper Rider REX-300 Operator's Manual page 167

Problemen oplossen
Probleem
Motor wil niet starten
Motor loopt en slaat dan af
Motor verliest vermogen
Overmatig trillen
Maaiblad(en) snijden niet
Gras wordt niet goed gemaaid
Mogelijke oorzaak
1. De bestuurder zit niet op zijn stoel.
2. Contact staat UIT.
3. Koppelings-/rempedaal niet geheel inge-
trapt.
4. Maaiblad geactiveerd.
5. Brandstoftank leeg.
6. Motor moet gechoked worden (indien
daarmee uitgerust).
7. Accu bijna leeg of leeg.
8. Kabelboom/kabels accu los.
9. Bougiekabel niet aangesloten.
10. Zekering doorgeslagen.
1. Bestuurder zit niet goed.
2. Rijsnelheidsregeling in de stand CHOKE
(indien daarmee uitgerust).
3. Brandstoftank leeg.
4. Luchtvoorfilter of luchtfilter van de motor
vervuild.
5. Bougie defect of elektrodenafstand niet
goed ingesteld.
6. Brandstoffilter vuil.
7. Water, vuil of oude brandstof in het
brandstofsysteem.
1. Voorfilter of luchtfilter van de motor ver-
vuild.
2. Bougie defect.
3. Water, vuil of oude brandstof in het
brandstofsysteem.
4. Opgehoopt vuil op luchtinlaatscherm.
1. Losse maaibladonderdelen.
1. Maaibladregeling in de stand OFF (uit).
1. Ongelijke bandenspanning.
2. Maaihoogte is te hoog of te laag.
3. Motortoerental te laag.
4. Voorwaartse rijsnelheid te hoog.
Oplossing
1. Ga op de bestuurdersstoel zitten.
2. Draai de contactsleutel in de stand
START.
3. Trap het ontkoppelings-/rempedaal hele-
maal in.
4. Schakel het maaiblad uit.
5. Vul de brandstoftank met verse brandstof
tot het juiste niveau.
6. Zet de rijsnelheidsregeling in de stand
CHOKE (indien daarmee uitgerust).
7. Laad de accu op of vervang deze.
8. Sluit de kabelboom/kabel(s) van de accu
aan.
9. Steek de bougiekabel op de bougie.
10. Vervang door een nieuwe 20 AMP-
zekering.
1. Ga goed op de bestuurdersstoel zitten.
2. Zet toerentalschakelaar in de stand
SNEL.
3. Vul de brandstoftank met verse brandstof
tot het juiste niveau.
4. Verwijder al het vuil.
5. Voer onderhoud uit aan de bougie.
6. Vervang het brandstoffilter.
7. Tap het brandstofsysteem af en reinig
het.
1. Reinig of vervang de filters.
2. Voer onderhoud uit aan de bougie.
3. Tap het brandstofsysteem af en reinig
het. Vervang de filter.
4. Reinig luchtinlaatscherm.
1. Zet losse onderdelen vast.
1. Zet de maaibladregeling in de stand ON
(aan).
1. Controleer de bandenspanning en stel
deze af als dat nodig is.
2. Stel de maaihoogte af.
3. Zet toerentalschakelaar in de stand
FAST (snel).
4. Stel de machine af op een langzamere
rijsnelheid.
nl 23