Snapper Rider REX-300 Operator's Manual page 160

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
3. Zorg dat de maaibladregeling (A, afbeelding 6) UIT staat.
4. Trap het koppelings-/rempedaal geheel in (A, Afb. 7).
5. Zet de motortoerentalschakelaar(A, afbeelding 8) in de stand
SNEL (of CHOKE, indien aanwezig).
OPM.: De stand CHOKE is niet noodzakelijk bij het starten van een
warme motor.
6. Steek de sleutel (A, afbeelding 9) in het contact . Zet de sleutel
in de stand START tot de motor start.
OPM.: Als de contactsleutel in de stand "START" wordt gezet,
schakelt de motor wel in maar start nog niet tenzij het koppelings-/
rempedaal helemaal wordt ingetrapt en de maaibladhendel in de
stand OFF (uit) staat.
OPM.: Als na 5 seconden starten de motor nog niet aanslaat, laat
u de sleutel los, controleert of het koppelings-/rempedaal geheel is
ingetrapt en probeert na 20 seconden nogmaals te starten.
7. Als de motor start, zet u de toerentalregeling in de stand SNEL
(FAST) (indien uitgerust met een choke) en laat de motor even
opwarmen tot hij soepel loopt.
OPM.: Werk alleen met de zitmaaier met de motortoerentalregeling
in de stand SNEL.
OPM.: De koplamp (niet op alle modellen) werkt altijd als het con-
tact in de stand RUN of START staat.
Starten met startkoord:
1. Handgeschakelde modellen - Zet de koppelingshendel in de
stand neutraal/vrij (N). Zie "Koppeling inschakelen".
WAARSCHUWING
Start de motor NOOIT terwijl de koppelingshendel in een rijstand
staat. Volg alle startinstructies nauwkeurig op.
2. Zorg dat de maaibladregeling (A, afbeelding 6) UIT staat.
3. Activeer de parkeerrem. Zie "De parkeerrem activeren".
4. Zet de motortoerentalschakelaar(A, afbeelding 8) in de stand
SNEL (of CHOKE, indien aanwezig).
OPM.: De stand CHOKE is niet noodzakelijk bij het starten van een
warme motor.
5. Steek de sleutel (A, afbeelding 10) in het contact . Draai de
sleutel naar de stand RUN (B).
6. Pak de handgreep van het startkoord op de motor (A, afbeel-
ding 11) en trek er snel aan tot de motor start.
7. Als de motor start, zet u de toerentalregeling in de stand SNEL
(FAST) (indien uitgerust met een choke) en laat de motor even
opwarmen tot hij soepel loopt.
OPM.: Werk alleen met de zitmaaier met de motortoerentalregeling
in de stand SNEL.
OPM.: De koplamp (niet op alle modellen) werkt altijd als het con-
tact in de stand RUN staat.
16
Inschakelen van de maaiblad
1. Start de motor.
2. Zet de bladregeling (A, Afb. 12) in de stand AAN.
Koppeling inschakelen
Handgeschakelde modellen:
1. Start de motor.
2. Vooruitrijden:
Trap het koppelings-/rempedaal in (A, Afb. 7).
Zet de koppelingshendel (A, afbeelding 13) van de stand
Neutraal ('N') (B) in de uitsparing voor de eerste versnelling
(C).
Laat het koppelings-/rempedaal los om de voorwaartse bewe-
ging op gang te brengen.
Tijdens de voortbeweging mag de versnellingshendel in elke
gewenste voorwaartse versnelling (D) worden gezet zonder het
koppelingspedaal in te trappen.
3. Achteruitrijden:
Trap het koppelings-/rempedaal in (A, Afb. 7).
Zet de koppelingshendel (A, afbeelding 13) van de stand
Neutraal ('N') (B) in de uitsparing voor de achteruitversnelling
(E).
Tijdens de achterwaartse beweging, mag de versnellingshen-
del in elke gewenste achterwaartse versnelling worden gezet
zonder het koppelingspedaal in te trappen.
Hydro Drive-modellen:
1. Start de motor.
2. Zorg ervoor dat de parkeerrem los staat. Zie "De parkeerrem
activeren".
3. Vooruitrijden:
Druk langzaam het rijsnelheidspedaal vooruit in (A, afbeelding
14) om de voorwaartse beweging in gang te zetten. Verhoog
de rijsnelheid door het pedaal verder in te trappen.
4. Achteruitrijden:
Druk langzaam het rijsnelheidspedaal achteruit in (B, afbeel-
ding 14) om de beweging achterwaarts in gang te zetten.
Verhoog de rijsnelheid door het pedaal verder in te trappen.
OPM.: Kies voor het beste maairesultaat een langzame snelheid
vooruit met de motortoerentalschakelaar in de stand SNEL. Deze
combinatie zorgt ervoor dat het maaiblad het gras optilt en het soe-
pel en gelijkmatig afsnijdt.
LET OP
Als de transmissie in de achteruitversnelling wordt gezet terwijl het
maaiblad actief is, schakelt de motor uit. Als achterwaarts maaien
noodzakelijk is, raadpleegt u "Achteruitmaaioptie (RMO)".

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents