Snapper Rider REX-300 Operator's Manual page 164

Table of Contents

Advertisement

Available languages
  • EN

Available languages

  • ENGLISH, page 1
3. Verwijder het voorfilter (E), indien aanwezig, van het filter.
4. Tik het filter voorzichtig op een hard oppervlak om het vuil los
te make. Als het filter zeer vuil is, vervang het dan door een
nieuw filter.
5. Was de voorreiniger in water met een vloeibaar detergent. Laat
het dan goed aan de lucht drogen. Breng geen olie aan op het
voorfilter.
6. Monteer het droge voorfilter op het filter.
7. Plaats het filter op de inlaat. Druk het uiteinde van het filter in
de basis zoals getoond. Verzeker u ervan dat het filter goed op
de basis is gemonteerd.
8. Plaats de luchtfilterkap en bevestig deze.
Onderhoud van de zitmaaier (basis)
Controleren van het veiligheidsvergrendeling-
systeem
Zie "Controles veiligheidsvergrendelingssysteem" in het hoofdstuk
Gebruik.
De zitmaaier en het maaidek schoonmaken
WAARSCHUWING
Draag stevig leren handschoenen bij de omgang met of werken
rondom maaibladen. De maaibladen zijn zeer scherp en kunnen
ernstig letsel veroorzaken.
1. Zet de maaidekhendel in de hoogste maaistand. Zie "Wijzigen
van de maaihoogte".
2. Reinig de onderkant van het maaidek en verwijder al het gras
en ander vuil.
3. Reinig de bovenkant van het maaidek en verwijder al het gras
en ander vuil.
4. Verwijder met een borstel of perslucht los vuil van de zitmaaier.
De motor schoonmaken
Verwijder met een borstel of perslucht los vuil op of rond de motor.
De bandenspanning controleren
Controleer de bandenspanning: voeg lucht toe of laat lucht ontsnap-
pen als dat nodig is. Raadpleeg de "Productspecificaties" voor de
juiste spanning.
De remtijd van het maaidek controleren
WAARSCHUWING
Voor de volgende procedure moeten de motor en de maaibladen
in werking worden gezet. Wees uitermate voorzichtig. Ruim in
het werkgebied eerst alle losse onderdelen en gereedschap op.
Gebruik de bladen alleen terwijl u op de bestuurdersstoel zit.
1. Start de motor.
2. Het maaiblad activeren.
20
3. Deactiveer het maaiblad. Het blad moet binnen 5 seconden
nadat de bediening op UIT is gezet, stoppen met draaien .
WAARSCHUWING
De maaibladen moeten binnen 5 seconden stoppen met draaien
nadat ze zijn uitgeschakeld. Laat de machine NIET werken.
Neem contact op met een erkende dealer voor afstellingen.
4. Gebruik de machine niet als het maaiblad langer dan 5 secon-
den blijft draaien. Neem contact op met een erkende dealer
voor hulp.
OPM.: Eventuele aanpassing en onderhoud met betrekking tot de
maaibladstoptijdmoet worden uitgevoerd door een erkende dealer.
De accu onderhouden
Raadpleeg "Accuonderhoud".
De rem/parkeerrem controleren
1. Controleer of de rem van de machine correct werkt:
Activeer de parkeerrem en duw de machine. De achterwielen
moeten dan schuiven.
Rijd vooruit met de zitmaaier en trap op de rem. De machine
moet geheel stil komen te staan binnen 1,5 meter (5 feet).
2. Als de remmen niet correct functioneren, dient u de machine
niet te gebruiken. Neem contact op met een erkende dealer
voor service.
Onderhoud van de zitmaaier (geavan-
ceerd)
WAARSCHUWING
Zet de machine NIET op zijn kant. Dit kan leiden tot een onsta-
biele positie met als gevolg ernstig letsel of ernstige schade aan
de machine.
Het maaidek controleren
GEVAAR
Gebruik NOOIT een maaiblad dat sporen van extreme slijtage of
beschadiging vertoont.
1. Controleer het aanhaalmoment van de bevestigingsbouten van
het maaiblad (A, Afb. 27). Draai indien nodig vast tot 41 - 54
Nm (30 tot 40 ft. lbs).
2. Controleer of het mes scherp, versleten of beschadigd is.
Raadpleeg "Het maaiblad inspecteren.
3. Controleer of het maaiblad recht is. Raadpleeg "Het maaiblad
afstellen".
De aandrijfriemen van de maaier controleren
De aandrijfriemen van de maaier moeten door een erkende dealer
worden gecontroleerd op slijtage en beschadiging, en ook op de
juiste spanning. Raadpleeg het Onderhouds schema.

Hide quick links:

Advertisement

Table of Contents
loading

Table of Contents